Gebruiksaanwijzing /service van het product D61 van de fabrikant Suunto
Ga naar pagina of 142
GeBrUiKersGids nl SUUNTO D6i.
1. WELKOM IN DE WERELD V AN SUUNTO-DUIKCOMPUTERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 2. WAARSCHUWINGEN, MELDINGEN EN OPMERKINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 3. GEBRUIKERSINTERF ACE V AN SUUNTO . . . . . . . . . . . . . . . . .
5.2. Noodopstijgingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 5.3. Beperkingen van duikcomputers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5.9.1. De modus DIVE starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 5.9.2. De modus DIVE activeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
6.4. Duiken in de modus FREE (DIVE Free) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99 6.4.1. Daghistorie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
10.2. Suunto RGBM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125 10.2.1. Adaptieve decompressie van Suunto RGBM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126 10.
1. WELKOM IN DE WERELD V AN SUUNTO-DUIKCOMPUTERS De Suunto D6i wristop duikcomputer is ontworpen om uw duikactiviteiten optimaal te laten verlopen. Dankzij een geïntegreerd digitaal kompas en de mogelijkheid tussen verschillende gasmengsels over te schakelen, maakt de Suunto D6i duiken eenvoudiger .
2. W AARSCHUWINGEN, MELDINGEN EN OPMERKINGEN In deze gehele gebruikershandleiding worden belangrijke veiligheidsaanwijzingen aangegeven. Er worden drie classificaties gebruikt om deze aanwijzingen te .
W AARSCHUWING ALLERGISCHE REACTIES OF HUIDIRRIT A TIES KUNNEN OPTREDEN WANNEER HET PRODUCT IN CONT ACT ST AA T MET DE HUID, OOK AL VOLDOEN ONZE PRODUCTEN AAN DE NORMEN V AN DE BEDRIJFST AK. IN DERGELIJKE GEV ALLEN DIENT U HET GEBRUIK ONMIDDELLIJK TE STOPPEN EN EEN DOKTER TE RAADPLEGEN.
W AARSCHUWING BIJ ELK DUIKPROFIEL BEST AA T AL TIJD KANS OP DECOMPRESSIEZIEKTE, ZELFS BIJ HET VOLGEN V AN EEN DUIKPLAN DA T IS BEREKEND DOOR EEN DUIKCOMPUTER OF MET BEHULP V AN DUIKT ABELLEN.
W AARSCHUWING DUIKEN WAARVOOR DECOMPRESSIEST OPS ZIJN VEREIST , WORDEN NIET AANBEVOLEN. NADA T DE DUIKCOMPUTER HEEFT AANGEGEVEN DA T EEN DECOMPRESSIESTOP VEREIST IS, DIENT U ONMIDDELLIJK OP TE STIJGEN EN MET DE DECOMPRESSIE TE BEGINNEN! Let op de knipperende aanduiding ASC TIME en de naar boven wijzende pijl.
W AARSCHUWING GA NIET VLIEGEN ZOLANG DE DUIKCOMPUTER EEN VLIEGVERBOD AANGEEFT . SCHAKEL VOORDA T U WIL T GAAN VLIEGEN AL TIJD DE DUIKCOMPUTER IN OM DE RESTERENDE DUUR V AN HET VLIEGVERBOD TE CONTROLEREN. Het risico op decompressieziekte kan sterk toenemen wanneer u tijdens het vliegverbod gaat vliegen of naar een grotere hoogte reist.
W AARSCHUWING STEL GEEN ENKEL ONDERDEEL V AN DE DUIKCOMPUTER BLOOT AAN GASMENGELS DIE MEER DAN 40% ZUURSTOF BEV A TTEN! V errijkte lucht met een hoger zuurstofgehalte zorgt voor brand- of explosiegevaar met mogelijk ernstig letsel of de dood tot gevolg.
W AARSCHUWING SELECTEER DE JUISTE HOOGTE-INSTELLING! Als u op meer dan 300 meter boven de zeespiegel gaat duiken, moet de u de hoogte instellen om de duikcomputer de juiste decompressiestatus te laten berekenen. De duikcomputer is niet bedoeld voor gebruik op meer dan 3000 meter boven de zeespiegel.
W AARSCHUWING DE WERKELIJKE OPSTIJGTIJD KAN LANGER ZIJN DAN DE TIJD DIE DOOR HET APP ARAA T WORDT WEERGEGEVEN! De vereiste opstijgtijd neemt toe als u: • langer op diepte blijft • langzamer dan 10.
W AARSCHUWING DUIK NIET MET EEN GASMENGSEL ALS U DE FLESINHOUD NIET PERSOONLIJK HEBT GECONTROLEERD EN DE MENGSELSAMENSTELLING NIET IN DE DUIKCOMPUTER HEBT INGEVOERD. Als u de cilinder niet controleert en de juiste gaswaarden niet op de juiste plaats in de duikcomputer invoert, leidt dit tot onjuiste duikplanningsgegevens.
W AARSCHUWING Suunto adviseert freediving alleen te beoefenen na het volgen van een speciale opleiding waarbij aandacht wordt geschonken aan de speciale technieken en de fysiologische aspecten van apneaduiken. Een duikcomputer kan de noodzaak van goede duikopleiding niet wegnemen.
W AARSCHUWING CONTROLEER HET INSTRUMENT OP WA TERDICHTHEID! V ocht in het apparaat en/of batterijvak kan het instrument ernstig beschadigen. Laat onderhoud en reparatie alleen uitvoeren door een erkend SUUNTO servicecentrum.
3. GEBRUIKERSINTERF ACE V AN SUUNT O Huidige tijd Aanduiding actieve modus Nultijd T otaal benodigde opstijgtijd Decompressieplafond Resterende luchttijd Resterende duur veiligheidsstop/dieptestop Opp.
3.1. Navigeren in de menu's De Suunto D6i beschikt over vier hoofdmodi: de modus TIME (tijd), de modus DIVE (duiken), de modus PLAN (plannen) en de modus MEM (geheugen).
SETTINGS Alarm Time Dual Time Date Units Backlight Contrast T ones SUB-MODES Air Nitrox Gauge Free Off SETTINGS Nitrox Personal/Altitude T ank Press Pairing T ank Press Alarm Depth Alarm Depth Notify .
3.2. Symbolen en functies van knoppen De volgende tabel geeft een overzicht van de hoofdfuncties van de knoppen op de duikcomputer . Een uitgebreide beschrijving van de knopfuncties vindt u in de desbetreffende paragrafen van de gebruikershandleiding.
Hoofdfuncties Drukken Knop Symbool Schakelen tussen alternatieve vensters Submodus wijzigen W aarden verhogen Kort UP Schakelen tussen gasmengsels activeren in de modus NITROX Apnea Timer activeren in.
4. AAN DE SLAG Als u optimaal van uw Suunto D6i gebruik wilt kunnen maken, is het belangrijk om de tijd te nemen om het apparaat aan uw persoonlijke voorkeuren aan te passen en tot uw duikcomputer te maken. Stel de juiste tijd en datum in en geef de gewenste instellingen op voor alarmen en geluidssignalen, de eenheden en de displayverlichting.
TUSSEN DUIKEN KUNT U UW OPPERVLAKTE-INTERVAL C ONTROLEREN MET DE SHORTCUTS VOOR DE MODUS TIME! OPMERKING Het secondevenster wordt na vijf minuten vervangen door het datumvenster om de batterij te sparen. OPMERKING Het venster wordt verlicht als u de knop MODE langer dan twee seconden ingedrukt houdt.
DRUK OP DE KNOPPEN UP/DOWN OM TE SCHAKELEN TUSSEN ALARM, TIJD, DUAL TIME, DA TUM, EENHEDEN, CONTRAST EN GEL UIDSSIGNALEN. 27.
4.1.1. Het alarm instellen Deze Suunto-duikcomputer is voorzien van een dagalarmfunctie. U kunt instellen dat het alarm één keer , op weekdagen of elke dag wordt geactiveerd.W anneer het dagalarm wordt geactiveerd, knippert de display en klinkt het alarm gedurende 60 seconden.
4.1.3. Dual time instellen In de modus Dual Time setting kunt u de uren en minuten van een tweede tijd instellen. Dit is handig wanneer u naar een andere tijdzone reist. STEL IN MET DE KNOPPEN UP/DOWN. BE VESTIG MET DE KNOP SELECT . 4.1.4. De datum instellen Gebruik de modus Date setting om het jaar , de maand en de dag in te stellen.
4.1.5. De eenheden instellen In de modus Units setting kunt u instellen of waarden worden weergegeven in metrische of Engelse eenheden (meters/feet, Celsius/Fahrenheit, enzovoort).
4.1.7. Instellen van het contrast. In de modus Contrast setting kunt u het contrast van de display instellen (het waardebereik is van 0 tot 10). STEL IN MET DE KNOPPEN UP/DOWN. BE VESTIG MET DE KNOP SELECT . 4.1.8. Geluidssignalen in-/uitschakelen. In de modus T one setting kunt u de geluidssignalen in- en uitschakelen.
U kunt bovendien een afzonderlijke stopwatch (duiktimer) gebruiken in de modus DIVE. Raadpleeg voor meer informatie Paragraaf 6.1.6, “Stopwatch (timer)” . DRUK OP DE KNOP DOWN OM STOPW A TCH TE ST ARTEN EN EEN TUSSENTIJD OP TE NEMEN. MET DE KNOP UP STOPT U DE ST OPW A TCH.
ZODRA DE DUIKC OMPUTER IN CONT ACT MET W A TER KOMT , VERSCHIJNT RECHTSBOVEN IN DE DISPLA Y DE AANDUIDING 'AC'. DE MODUS 'DIVE' IS NU ACTIEF . De automatische activering kan mislukken als gevolg van vuil op het watercontact. Daarom is het belangrijk om het watercontact schoon te houden.
OPMERKING Het watercontact kan automatisch worden geactiveerd als er water of vocht op komt. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als gevolg van zweten of wanneer u uw handen wast. Als het watercontact wordt geactiveerd in de modus TIME, verschijnt het symbool AC op de display totdat het watercontact wordt gedeactiveerd.
OPMERKING Nadat u het kompas via de modus DIVE hebt gestart, kunt u tussen de verschillende vensters overschakelen met de knoppen UP/DOWN. 4.4.1. Kompasvenster Op de Suunto D6i wordt het kompas grafisch weergegeven als een kompasroos. Op de roos worden de windstreken weergegeven.
T abel 4.1. Symbolen voor vergrendelde koersen Uitleg Symbool U gaat in de richting van de vergrendelde koers U bevindt zich op 90 (of 270) graden van de vergrendelde koers U bevindt zich op 180 graden van de vergrendelde koers U bevindt zich op 120 (of 240) graden van de vergrendelde koers 4.
Kalibratie V anwege de wijzigingen in het omringende magnetische veld, moet het elektronische kompas van de Suunto D6i zo nu en dan opnieuw worden gekalibreerd. Tijdens het kalibratieproces, wordt het kompas aangepast aan het omringende magnetische veld .
Het kompas kalibreren: DRAAI HET APP ARAA T DAARNA LANGZAAM 90° IN EEN VERTICALE POSITIE. HOUD HET APP ARAA T VLAK EN DRAAI HET LANGZAAM 360° ROND. Als de kalibratie verschillende keren achtereen mislukt, bevindt u zich mogelijk in een omgeving met magnetische bronnen, zoals grote metalen objecten, hoogspanningskabels of elektrische apparaten.
Declinatie U kunt het verschil tussen het werkelijke noorden en het magnetische noorden compenseren door de kompasafwijking aan te passen. U kunt de declinatie bijvoorbeeld vinden op zeekaarten of topografische kaarten van de lokale omgeving. STEL IN MET DE KNOPPEN UP/DOWN.
4.5. Apnea Timer U kunt de functie Apnea T imer gebruiken voor intervaltraining tijdens freediving. V oer de volgende stappen uit om de Apnea T imer in te stellen: 1.
41.
5. VOOR HET DUIKEN Ga niet met deze duikcomputer duiken zonder eerst deze gebruikershandleiding - en alle waarschuwingen die erin staan - volledig te hebben gelezen. Zorg dat u precies weet hoe het apparaat moet worden gebruikt, dat u alle beperkingen ervan kent en dat u bekend bent met alle displays.
5.1. Het Suunto RGBM De Suunto D6i maakt gebruik van het Suunto’s Reduced Gradient Bubble Model (RGBM) voor het schatten van de hoeveelheid stikstof in opgeloste vorm en gasvorm in het bloed en de weefsels van de duiker .
2. Matig vanaf 18 meter uw stijgsnelheid tot 10 meter per minuut en stijg door tot een diepte van 3 tot 6 meter . 3. Blijf op deze diepte zolang als uw huidige voorraad lucht dat toelaat. Wacht na het bereiken van de oppervlakte ten minste 24 uur voordat u opnieuw gaat duiken.
Zo bestaat er bij alle vormen van apneaduiken altijd het risico op plotselinge bewusteloosheid als de duiker bij het opstijgen in de laatste meters onder de oppervlakte komt (shallow water blackout). Dit komt door de optredende drukverschillen en het zuurstofgebrek dat hiervan het gevolg is.
T abel 5.1. Alarmsignalen van duikcomputer Duur Geluidspatroon Soort alarm 2,4 s geluid + 2.4 s pauze Hoge prioriteit 0,8 s geluid + 3,2 s pauze Lage prioriteit T abel 5.
T abel 5.3. Soorten akoestische en optische alarmsignalen Reden van alarm Soort alarm PO 2 -waarde is groter dan de aangepaste waarde. Huidige diepte is te diep voor het gebruikte gasmengsel. U moet direct opstijgen of overschakelen naar een gasmengsel met een lager zuurstofpercentage.
Reden van alarm Soort alarm Nultijdduik gaat over in decompressieduik Diepte is onder de decompressie ondergrens. Stijg op tot of boven de decompressieondergrens. Alarm met lage prioriteit gevolgd door het piepsignaal "Begin met opstijgen", twee keer achter elkaar .
Reden van alarm Soort alarm V erplichte veiligheidsstop is bereikt. Maak de verplichte dieptestop zolang als wordt aangegeven door de timer . Alarm met lage prioriteit gevolgd door twee korte piepsignalen, klinkt één keer . De pictogram DIEPTESTOP en timer worden afgebeeld.
Reden van alarm Soort alarm Geeft aan dat een bepaalde diepte is bereikt. Alleen in de modus DIVE Free . U kunt het alarm bevestigen. Alarm met lage prioriteit, klinkt één keer. De waarde Maximumdiepte knippert. Geeft de lengte van de oppervlaktetijd voor een nieuwe duik aan.
5.6. Activering van de modus Error De duikcomputer geeft waarschuwingssignalen in bepaalde situaties waarin het risico op decompressieziekte sterk toeneemt. W anneer u niet op deze signalen reageert, wordt de modus Error geactiveerd, wat erop duidt dat het risico op decompressieziekte sterk is toegenomen.
5.7. Draadloze verbinding Om de zender te kunnen gebruiken, moeten de instellingen van de Suunto D6i worden aangepast. Zie Paragraaf 5.8.3, “Paring van flesdruk instellen” voor meer informatie over het in- of uitschakelen van de draadloze verbinding.
De zender wordt geactiveerd als de druk hoger wordt dan 15 bar en begint daarna met het verzenden van de huidige flesdruk samen met een codenummer . Bij het paren slaat de Suunto duikcomputer dat codenummer op en vervolgens wordt alleen de drukwaarde in de display weergegeven die bij die specifieke code is ontvangen.
2. Zorg dat de D6i aan is en dat de draadloze integratie ingeschakeld is in de instellingen van de Suunto D6i (T ank Press staat op ON. Raadpleeg voor meer informatie Paragraaf 5.8.3, “Paring van flesdruk instellen” ). Als de D6i in de modus TIME is, activeert u de modus DIVE door kort te drukken op de knop MODE.
2. Sluit de tankkraan onmiddellijk en laat snel druk uit de ademautomaat ontsnappen zodat de druk wordt teruggebracht tot minder dan 10 bar . W acht ongeveer 10 seconden en open de kraan van de persluchtfles langzaam totdat de druk weer hoger is dan 15 bar .
3. Druk kort op de knop MODE om de duikinstellingen te verlaten. 4. Houd de Suunto D6i dicht bij de zender (het systeem moet een druk van meer dan 15 bar hebben). De duikcomputer geeft u het ontvangen nieuwe codenummer weer en begint met het weergeven van de verzonden flesdruk.
T abel 5.4. Displayaanduidingen m.b.t. de flesdruk Afbeelding Betekenis Display- aanduiding A Geen code opgeslagen, de Suunto is gereed voor paren aan de zender . Cd:-- B Code instellen. Codenummer kan tussen 01-40 zijn. Cd:10 C Het symbool van de bliksemschicht knippert.
Afbeelding Betekenis Display- aanduiding E De batterij van de zender is bijna leeg. De gemeten flesdruk wordt afwisselend weergegeven. V ervang de batterij! batt A B C D E 5.
T abel 5.5. Instellingen voor de modus DIVE modus FREE modus GAUGE modus NITROX modus AIR Instelling X Nitrox X X Persoonlijk/Hoogte X X X Paren van flesdruk X X X Flesdrukalarm X X X X Dieptealarm X .
In de volgende afbeelding ziet u hoe u het menu voor de modus DIVE opent. DRUK OP DE KNOPPEN UP/DOWN OM OVER TE SCHAKELEN TUSSEN DE DUIKINSTELLINGEN. OPMERKING Sommige instellingen kunnen pas vijf (5) minuten na afloop van een duik worden gewijzigd. 5.
In de modus NITROX wordt, op basis van de gekozen instelling, de maximale gebruiksdiepte weergegeven. Nadat u waarden hebt ingevoerd voor Mix1, kunt u twee aanvullende mengsels instellen: Mix2 en Mix3. U kunt Mix2 en Mix3 instellen op 'Primary', 'Secondary' of 'Off'.
Als u het meest pessimistische opstijgschema wilt weergeven (een schema voor een situatie waarin het gasmengsel helemaal niet wordt gewisseld), kunt u het gasmengsel of de gasmengsels instellen als secundair gasmengsel. De tijd die nodig is om decompressie te voltooien met het huidige ademgas, wordt dan getoond als de ASC time (opstijgtijd).
5.8.2. Hoogte en persoonlijke correctiefactor aanpassen De huidige instellingen voor de persoonlijke en hoogte correctiefactor worden weergegeven in het startvenster van de modus DIVE. Als de getoonde instellingen niet overeenkomen met de huidige hoogte boven zeeniveau of uw lichamelijke conditie (zie Paragraaf 5.
STEL IN MET DE KNOPPEN UP/DOWN. BEVESTIG MET DE KNOP SELECT . 5.8.4. Het flesdrukalarm instellen Het flesdrukalarm kan worden ingesteld op 'ON' of 'OFF' in een bereik van 10 - 200 bar . Het alarm is het alarmpunt voor de secundaire flesdruk.
STEL IN MET DE KNOPPEN UP/DOWN. BE VESTIG MET DE KNOP SELECT . 5.8.6. Het waarschuwingsalarm voor diepte instellen (modus FREE) U kunt vijf waarschuwingsalarmen voor diepte instellen om een bepaalde diepte aan te geven, bijvoorbeeld begin van vrije val of vullen van de mond bij freediving.
STEL IN MET DE KNOPPEN UP/DOWN. BE VESTIG MET DE KNOP SELECT . OPMERKING U kunt hiermee bijvoorbeeld de geplande maximale duiktijd instellen op een waarde tussen de 1 en 999 minuten.
De standaardinstelling is 20 seconden. U kunt de meetinterval van een duikprofiel in de modus FREE instellen op 1, 2 of 5 seconden. De meetinterval voor de modus Gauge, perslucht- en nitroxduiken is 10, 20, 30 of 60 seconden. STEL IN MET DE KNOPPEN UP/DOWN.
5.8.1 1. De luchttijd instellen In de instelmodus Air T ime kunt u de weergave van de resterende luchttijd instellen op 'ON' of 'OFF', afhankelijk van het feit of u de weergave van de geschatte resterende luchttijd gebruikt of niet.
5.9. Activering en controle vooraf In deze paragraaf leest u hoe u de modus DIVE kunt activeren en staan aanbevelingen over de controles die u moet uitvoeren voordat u het water in gaat.
5.9.2. De modus DIVE activeren De duikcomputer wordt automatisch geactiveerd bij een diepte van 0,5 meter of meer , tenzij de modus DIVE is ingesteld op OFF . U dient echter de modus DIVE te activeren VOORDA T u gaat duiken om de hoogte en persoonlijke correctiefactor, de batterijconditie, de zuurstofinstellingen, etc.
TUSSEN DUIKEN WORDT DE WEEFSELVERZADIGING GRAFISCH AANGEDUID ALS DE MODUS DIVE IS GEACTIVEERD . OP DE X-AS STAAN SNELLE WEEFSELS LINKS EN LANGZAME WEEFSELS RECHTS. OP DE Y-AS WORDEN DE PROCENTUELE VERZADIGINGSW AARDEN GETOOND DIE ZIJN BEREKEND OP BASIS V AN RGBM.
• het juiste aantal gasmengsels is ingesteld en de percentages voor zuurstof overeenkomstig de gemeten nitrox- mengsels in uw flessen • de maximale partiële zuurstofdruk voor elk mengsel correct is ingesteld V oor meer informatie over de modus NITROX zie Paragraaf 6.
OPMERKING Uit veiligheidsoverwegingen kan de displayverlichting niet worden ingeschakeld zolang het symbool voor te lage batterijspanning wordt weergegeven. De optionele draadloze flesdrukzender verzendt een waarschuwingssignaal (batt) als de batterijspanning te laag wordt.
Hoogtebereik Bergmeerprogramma 1500 - 3000 meter A2 OPMERKING In Paragraaf 5.8.2, “Hoogte en persoonlijke correctiefactor aanpassen” staat beschreven hoe u een ander bergmeerprogramma kunt kiezen.
• een slechte lichamelijk conditie • vermoeidheid • dehydratatie • een decompressieongeval in het verleden • stress • zwaarlijvigheid • patent foramen ovale (PFO) • training vlak voor of na duik Kies aan de hand van T abel 5.
Gewenste tabellen Omstandigheden Persoonlijke correctiefactor Steeds conservatiever Risicofactoren van toepassing/omstandigheden niet ideaal P1 Meer risicofactoren van toepassing/omstandigheden verre van ideaal P2 5.
MAAK EEN AANBEVOLEN VEILIGHEIDSSTOP V AN 3 MINUTEN ALS DE AANDUIDING 'STOP' WORDT WEERGEGEVEN. OPMERKING De aanbevolen veiligheidsstop is, zoals de naam al aangeeft, niet verplicht. Als deze stop niet wordt gemaakt, heeft dat geen gevolgen voor de komende oppervlakte-interval en latere duiken.
MAAK EEN VERPLICHTE VEILIGHEIDSSTOP V AN 1 MINUUT OP EEN DIEPTE TUSSEN DE 6 EN 3 METER ALS DE AANDUIDINGEN 'CEILING' WORDEN WEERGEGEVEN. Zolang de waarschuwing voor de verplichte veiligheidsstop wordt weergegeven, mag u nooit opstijgen tot een diepte boven de drie meter.
5.1 1. Dieptestops Dieptestops zijn veiligheidsstops die dieper worden gemaakt dan traditionele stops, met als doel de vorming en het groter worden van microbelletjes tot een minimum te beperken. Het Suunto RGBM berekent meerdere dieptestops, waarbij de eerste stop ongeveer halverwege de maximale diepte en het decompressieplafond komt te liggen.
6. DUIKEN In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het gebruik van de duikcomputer en het aflezen van de displays. U zult merken dat beide zeer eenvoudig zijn. In elk display worden alleen de gegevens weergegeven die van belang zijn voor de specifieke duikmodus.
6.1.1. Basisgegevens T ijdens een nultijdduik, worden de volgende gegevens weergegeven: • uw huidige diepte in meters (feet) • de beschikbare nultijd in minuten, aangeduid met NO DEC TIME • de o.
MET DE KNOP DOWN SCHAKEL T U TUSSEN MAXIMUMDIEPTE, HUIDIGE TIJD EN FLESDRUK. DRUK OP DE KNOP UP OM OVER TE SCHAKELEN TUSSEN DE DUIKTIJD EN W A TERTEMPERATUUR.
Bij een momentmarkering worden de diepte, tijd en watertemperatuur opgeslagen, alsmede de kompasrichting (als het kompas is ingeschakeld). Als u tijdens een duik een momentmarkering in het profielgeheugen wilt opslaan, moet u op de knop SELECT drukken.
HUIDIGE FLESDRUK IS 165 BAR EN DE RESTERENDE LUCHTTIJD IS 52 MINUTEN. V eranderingen van uw luchtverbruik worden geregistreerd aan de hand van constante drukmetingen die gedurende perioden van 30 tot 60 seconden plaatsvinden met een interval van 1 seconde.
OPMERKING Een verandering van temperatuur heeft invloed op de flesdruk en daardoor ook op de luchttijdberekening. OPMERKING Als de luchttijd is uitgeschakeld, wordt de luchttijd niet weergegeven en wordt er geen alarm gegeven als de luchttijd nul bereikt.
NORMALE OPSTIJG- SNELHEID. DOOR DE GEACTIVEERDE DISPLA Y- VERLICHTING, EEN GELUIDSSIGNAAL EN KNIPPEREN V AN DE GRAFISCHE STIJGSNELHEID- AANDUIDING WORDT U GEW AARSCHUWD DA T DE OPSTIJG- SNELHEID HOGER IS DAN 10 METER PER MINUUT . U WORDT GEADVISEERD EEN VERPICHTE VEILIGHEIDSST OP TE MAKEN ZODRA U EEN DIEPTE V AN 6 METER BEREIKT .
6.1.7. Decompressieduiken W anneer de NO DEC TIME (nultijd) is gedaald tot nul, gaat uw duik over in een decompressieduik. Dit betekent dat u bij terugkeer naar de oppervlakte een of meer decompressiestops moet maken.
• de vereiste tijd om op te stijgen tot het decompressieplafond bij een opstijgsnelheid van 10 meter per minuut Het decompressieplafond is de geringste diepte tot welke u moet opstijgen.
• De decompressiezone is het optimale gebied voor een decompressiestop. Dit is het gebied tussen het decompressieplafond en 1,2 meter daaronder. • De decompressieondergrens is de grootste diepte waarop decompressie kan plaatsvinden. De decompressie begint wanneer u deze diepte tijdens het opstijgen passeert.
Onder zware omstandigheden kan het moeilijk zijn om op een constante diepte nabij de oppervlakte te blijven. Blijf in zo'n situatie iets onder het decompressieplafond om te voorkomen dat u door de golven over het decompressieplafond wordt getild.
DOOR EEN PIJL OMHOOG, KNIPPEREN V AN DE ASC TIME EN EEN GELUIDSSIGNAAL WORDT U GE W AARSCHUWD DA T U MOET OPSTIJGEN. DE MINIMAAL BENODIGDE OPSTIJGTIJD INCLUSIEF VEILIGHEIDSSTOP IS 9 MINUTEN.
Display-aanduidingen in de decompressiezone W anneer u de decompressiezone bereikt, verschijnen er twee pijlen die naar elkaar wijzen (het zandlopersymbool) in de display . Hieronder ziet u een voorbeeld van een decompressieduik waarbij de duiker zich in de decompressiezone bevindt.
TIJDENS EEN DECOMPRESSIEDUIK BEVINDT U ZICH BOVEN HET DECOMPRESSIEPLAFOND . DE PIJL NAAR BENEDEN, DE AANDUIDING 'ER' EN EEN GELUIDSSIGNAAL WAARSCHUWEN U DA T U DIRECT (BINNEN 3 MINUTEN) MOET AFDALEN TO T OP OF ONDER HET DECOMPRESSIEPLAFOND .
6.2.1. V oor een duik in de modus NITROX W anneer de modus NITROX is ingesteld, dient u altijd het juiste percentage zuurstof van het mengsel in de fles in te voeren. Alleen dan kunt u erop vertrouwen dat alle berekeningen voor stikstof en zuurstof correct zijn.
Standaardinstellingen voor In de modus NITROX kunt u met de Suunto D6i tot drie (3) nitroxmengsels met een zuurstofpercentage van 21-99 instellen. In de modus NITROX is de standaardinstelling voor Mix1 standaardlucht (21% O 2 ). Dit blijft de standaardinstelling totdat een andere waarde voor O 2 % wordt ingesteld (22% - 99%).
• het zuurstofpercentage, aangeduid met O 2 % • de ingestelde limiet voor de partiële zuurstofdruk, aangeduid met PO 2 • de huidige blootstelling aan zuurstoftoxiciteit, aangeduid met OLF% • .
Er worden tevens afzonderlijke berekeningen gemaakt voor CNS-zuurstofvergiftiging en pulmonaire zuurstofvergiftiging. Dit laatste risico wordt berekend door het optellen van de Oxygen T oxicity Units (OTU). Beide percentages worden ingedeeld in een schaal, zodat de maximaal toegestane blootstelling wordt uitgedrukt als 100%.
WISSELEN VAN GASMENGSEL: DRUK LANG OP UP, BLADER VERVOLGENS MET DE KNOPPEN UP EN DOWN DOOR DE GEACTIVEERDE MENGSELS. SELECTEER EEN NIEUW MENGSEL DOOR OP DE KNOP SELECT TE DRUKKEN. OPMERKING Tijdens het bladeren worden voor elk gasmengsel het nummer , het O 2 % en de PO 2 -waarde weergegeven.
In de modus GAUGE wordt rechtsonder in de display altijd de totale duiktijd in minuten weergegeven. In het middelste displaysegment wordt bovendien een duiktimer met minuten- en secondenaanduiding weergegeven. De duiktimer in het middelste displaysegment wordt aan het begin van de duik automatisch geactiveerd.
In de modus FREE wordt in het middelste displaysegment altijd de totale duiktijd in minuten en seconden (mm:ss) weergegeven. De vrije duik is beëindigd zodra u aan de oppervlakte komt (bij 0,5 meter). OPMERKING In de modus FREE worden geen decompressiegegevens berekend.
In de daghistorie wordt het volgende weergegeven: de gemiddelde diepte van alle duiken, de diepste diepte van de dag alsmede de tijd, de langste duik, en de cumulatieve duiktijd in uren en minuten, alsmede het aantal op de dag uitgevoerde duiken.
7. NA HET DUIKEN W anneer u terugkeert naar de oppervlakte, blijft de Suunto D6i veiligheidsinformatie en waarschuwingen voor na de duik bieden. De veiligheid van de duiker wordt optimaal bewaakt dankzij berekeningen voor het plannen van herhalingsduiken.
In de tweede alternatieve display wordt de volgende informatie weergegeven: • de maximale diepte bij de laatste duik in meters (feet) • de duur van laatste duik in minuten, aangeduid met DIVE TIME.
7.2.1. FREE-diving Elke duikserie bestaat uit de duiken die op één dag zijn uitgevoerd. De duiknummering voor de dag en de gegevens voor de laatste duik wordt op middernacht teruggezet op 0. Elke dag is er een nieuwe serie duiken die wordt vastgelegd in het logboek.
• Een minimale oppervlakte-interval van twaalf uur is vereist om er redelijk zeker van te zijn dat een duiker geen symptomen van decompressieziekte ervaart na het opstijgen in een lijnvliegtuig (cabinedruk vergelijkbaar met een hoogte tot 2400 meter).
Met de knoppen UP/DOWN kunt u de nultijdlimieten in stappen van 3 meter doorbladeren tot een maximale diepte van 45 meter . Nultijdlimieten langer dan 99 minuten worden weergegeven als '—'. Tijdens een duikserie (tussen twee opeenvolgende duiken) kunt u ook de tijd van de oppervlakte-interval invoeren als planningparameter .
In de duikplanner wordt rekening gehouden met de volgende informatie uit vorige duiken: • alle berekende reststikstof • de gehele duikhistorie van de afgelopen vier dagen De nultijden voor de verschillende diepten zullen daarom korter zijn dan bij een eerste nieuwe duik.
Een duik wordt pas als een herhalingsduik beschouwd bij een oppervlakte-interval van ten minste vijf (5) minuten. Anders wordt de duik beschouwd als een voortzetting van de voorgaande duik. In dat geval blijft het duiknummer ongewijzigd en wordt het tellen van de duiktijd voortgezet vanaf het punt waar dit was gestopt.
Duiken die korter zijn dan de meetinterval, worden niet geregistreerd (zie Paragraaf 5.8.9, “De meetinterval instellen” ). De aanduiding END OF LOGS wordt weergegeven tussen de oudste en recentste duik. De volgende gegevens worden weergegeven op drie pagina's: ER ZIJN DRIE PAGINA'S MET LOGBOEKGEGEVENS.
• gemiddelde diepte • verbruikte druk (indien geactiveerd) • waarschuwingen Pagina III • diepte/tijd-profiel van de duik • de watertemperatuur • flesdruk (indien geactiveerd) OPMERKING De geheugencapaciteit is afhankelijk van de geselecteerde meetinterval.
7.6.2. Duikhistorie (MEM History) De duikhistorie is een samenvatting van alle duiken die door de duikcomputer zijn vastgelegd. De volgende gegevens worden in de display weergegeven: WEERGA VE DUIKHISTORIE: TO T AAL AANTAL DUIKEN, TO T AAL AANTAL DUIKUREN EN MAXIMAAL BEREIKTE DIEPTE.
Het geheugen voor freediving kan maximaal 999 duiken en 99 duikuren en 59 minuten bevatten. Wanneer deze maximumwaarden worden bereikt, worden de tellers op nul gezet. In de historie voor freediving worden gegevens over de hele reeks vrije duiken vastgelegd.
• duiktijd • voorafgaande oppervlakte-interval • duiknummer • begintijd van de duik (jaar , maand, dag en tijd) • instellingen van de duikcomputer • instellingen voor zuurstofpercentage en.
7.8. Movescount Movescount is een online sportscommunity die u een grote set tools biedt waarmee u al uw sportactiviteiten kunt beheren en interessante verhalen kunt maken van uw duikervaringen. Op Movescount vindt u inspirerende berichten en u kunt er uw beste duiken delen met andere leden van de community .
8. ZORG EN ONDERHOUD V AN MIJN SUUNTO DUIKCOMPUTER De SUUNTO duikcomputer is een geavanceerd precisie-instrument. Hoewel het is ontworpen om bestand te zijn tegen de ontberingen van het duiken, moet u er net zo zorgvuldig en voorzichtig mee omgaan als elk ander precisie-instrument.
• Laat het instrument onmiddellijk controleren door uw SUUNTO servicecentrum als er vocht in de kast of het batterijvak zichtbaar is. • De beschermfolie voor de D6i is ontworpen om de display te beschermen tegen krassen. Deze is verkrijgbaar bij uw lokale Suunto dealer .
• ONDERHOUD De computer moet na iedere duik weken in schoon kraanwater , grondig afgespoeld worden en daarna gedroogd met een zachte handdoek. V erzeker u er van dat alle zoutkristallen en zanddeeltjes weggewassen zijn. Controleer het beeldscherm op mogelijk vocht of water .
9. BA TTERIJEN VERV ANGEN OPMERKING V oor het vervangen van de batterij kunt u zich het beste tot een erkend Suunto-servicecentrum wenden. Het is noodzakelijk dat de batterij op de juiste manier wordt vervangen om te voorkomen dat er water naar het batterijcompartiment of de computer lekt.
9.1.1. Batterijset voor zender De batterijset bevat een 3,0 V CR ½ AA-lithiumbatterij en een gesmeerde O-ring. W anneer u de batterij vasthoudt, moet u niet tegelijkertijd contact maken met beide polen. Raak geen metalen oppervlakken van de batterij aan met de blote hand.
7. Controleer of de groef voor de O-ring en het oppervlak van de afdichting op de klep schoon zijn. Reinig deze zo nodig met een zachte doek. 8. Plaats de nieuwe batterij voorzichtig in het batterijvak. Controleer de polariteit van de batterij. Het plusteken (+) moet naar de bovenkant van het vak wijzen en het minteken (-) naar de onderkant.
10. TECHNISCHE GEGEVENS 10.1. T echnische gegevens Afmetingen en gewicht: • Diameter: 50,0 mm • Hoogte: 16,0 mm • Gewicht: 1 13g Flesdrukzender: • Max.
Andere vensters • Duiktijd: 0 tot 999 minuten, tellen start en stopt bij 1,2 meter diepte • Oppervlaktetijd: 0 tot 99 u 59 min • Duikteller: 0 tot 99 voor herhalingsduiken • Nultijd: 0 tot 99 .
Registreert de maximumdiepte en minimumtemperatuur voor elk interval • Geheugencapaciteit: ongeveer 140 uur duiken met een meetinterval van 20 seconden en zonder zendergegevens.
Batterij: • Eén 3-V lithiumbatterij: CR 2450 • Maximale bewaartijd batterij: drie jaar • V ervangen: om de drie jaar of vaker afhankelijk van duikactiviteit • V erwachte levensduur bij 20 °C.
• De tijd dat de zender in het magazijn heeft gelegen totdat deze is aangeschaft door de klant. (De batterij wordt in de fabriek in het apparaat geplaatst) OPMERKING De batterijwaarschuwing kan door lage temperaturen of een interne oxidatie van de batterij worden geactiveerd wanneer de batterijcapaciteit nog voldoende is.
• Consistent met natuurwetten voor kinetische gastheorie 10.2.1. Adaptieve decompressie van Suunto RGBM Bij het Suunto RGBM-algoritme worden voorspellingen aangepast voor de effecten van vrijgekomen microbelletjes en nadelige duikprofielen in de huidige duikserie.
10.2.2. Nultijdlimieten voor perslucht De nultijdlimieten die voor de eerste duik naar één diepte (zie T abel 10.1, “Nultijdlimieten voor verschillende diepten (m)” en T abel 10.
Nultijdlimieten (min) voor verschillende diepten (m) voor de eerste duik van een serie Persoonlijke correctiefactor / hoogte-instelling Diepte (m) P2/A2 P2/A1 P2/A0 P1/A2 P1/A1 P1/A0 P0/A2 P0/A1 P0/A0 3 3 2 2 5 4 3 3 9 7 5 4 3 3 3 2 5 4 4 3 9 8 6 5 4 3 3 2 6 5 4 3 10 8 6 5 36 39 42 45 T abel 10.
Nultijdlimieten (min) voor verschillende diepten ft) voor de eerste duik van een serie Persoonlijke correctiefactor / hoogte-instelling Diepte (ft) P2/A2 P2/A1 P2/A0 P1/A2 P1/A1 P1/A0 P0/A2 P0/A1 P0/A.
Hierdoor worden de nultijdlimieten sterk verkort. 10.3. Zuurstofblootstelling De berekeningen voor zuurstofblootstelling zijn gebaseerd op de momenteel gangbare tabellen en principes voor maximale blootstelling. Bovendien maakt de duikcomputer gebruik van verschillende methoden om een behoudende schatting te maken van de zuurstofdruk.
• Bij het plannen van een duik wordt de maximale diepte geselecteerd in overeenstemming met de O 2 %-waarde en de maximumwaarde voor PO 2 . 131.
1 1. INTELLECTUEEL EIGENDOM 1 1.1. Handelsmerken Suunto is een geregistreerd handelsmerk van Suunto Oy . 1 1.2. Copyright © Suunto Oy 08/2012. Alle rechten voorbehouden. 1 1.3. Patenten Patenten zijn verleend of aangevraagd voor één of meerdere functies van dit product.
12. AANSPRAKELIJKHEID 12.1. CE Het CE merk wordt gebruikt om de conformiteit met de Europese Unie EMC richtlijn 89/336/EEC vast te stellen. 12.2. EN 13319 EN 13319 is een Europese norm voor duikdieptemeters. Suunto duikcomputers zijn zodanig ontworpen dat aan deze norm wordt voldaan.
13. BEPERKTE GARANTIE V AN SUUNTO Suunto garandeert dat Suunto of een door Suunto geautoriseerd servicecentrum (hierna servicecentrum) gedurende de garantieperiode, ter eigen beoordeling, defecten in .
1. meer geopend is dan het bedoelde gebruik; 2. gerepareerd is met gebruik van niet geautoriseerde reserveonderdelen; aangepast of gerepareerd is door een niet geautoriseerd servicecentrum; 3. het serienummer verwijderd, gewijzigd of op enige manier onleesbaar gemaakt is, zoals bepaald naar goeddunken van Suunto; 4.
Beperking van aansprakelijkheid V oor zover maximaal is toegestaan op grond van toepasselijk recht is deze garantie uw enige en exclusieve rechtsmiddel en vervangt deze alle andere expliciete of impliciete garanties.
14. AFDANKEN V AN HET APP ARAA T Dank dit apparaat op de juiste wijze af conform de voorschriften voor kleine huishoudelijke apparaten. Gooi het niet in de vuilnisbak.
VERKLARENDE WOORDENLIJST ASC RATE Afkorting die op de duikcomputer wordt gebruikt voor opstijgsnelheid. ASC TIME Afkorting die op de duikcomputer wordt gebruikt voor opstijgtijd. Bergmeerduik Een duik op een hoogte groter dan 300 meter boven zeeniveau.
Decompressieplafond Tijdens een duik met decompressiestops is dit de geringste diepte tot welke een duiker mag opstijgen op basis van de berekende stikstofbelasting.
Herhalingsduik Elke duik waarbij de decompressietijdslimieten worden beïnvloed door reststikstof dat is opgenomen bij vorige duiken. MOD Afkorting voor Maximum Operating Depth (maximale gebruiksdiepte). Dit is de diepte van een ademgas waarop de partiële zuurstofdruk (PO 2 ) van het gasmengsel een veilige limiet overschrijdt.
Opstijgtijd De minimaal vereiste tijd om de oppervlakte te bereiken tijdens een duik met decompressiestops. OTU Afkorting die op de duikcomputer wordt gebruikt voor zuurstoftolerantie- eenheid. Partiële zuurstofdruk Beperkt de maximale diepte waarop een nitroxmengsel veilig kan worden gebruikt.
Zuurstofvergiftiging van centrale zenuwstelsel Een andere vorm van zuurstofvergiftiging die wordt veroorzaakt door langdurige blootstelling aan een hoge partiële zuurstofdruk. De meest voorkomende symptomen zijn irritaties in de longen, een branderig gevoel in de buik, hoesten en verminderde vitaliteit.
© S uun to O y 10 / 2 0 1 2 S uun to i s a re gi s te re d tra demar k of S uun to O y. All Righ t s r ese r ve d. INTERNA TIONAL +358 2 284 1160 AUSTRALIA 1-800-240498 (toll free) AUSTRIA 0720883104.
Een belangrijk punt na aankoop van elk apparaat Suunto D61 (of zelfs voordat je het koopt) is om de handleiding te lezen. Dit moeten wij doen vanwege een paar simpele redenen:
Als u nog geen Suunto D61 heb gekocht dan nu is een goed moment om kennis te maken met de basisgegevens van het product. Eerst kijk dan naar de eerste pagina\'s van de handleiding, die je hierboven vindt. Je moet daar de belangrijkste technische gegevens Suunto D61 vinden. Op dit manier kan je controleren of het apparaat aan jouw behoeften voldoet. Op de volgende pagina's van de handleiding Suunto D61 leer je over alle kenmerken van het product en krijg je informatie over de werking. De informatie die je over Suunto D61 krijgt, zal je zeker helpen om een besluit over de aankoop te nemen.
In een situatie waarin je al een beziter van Suunto D61 bent, maar toch heb je de instructies niet gelezen, moet je het doen voor de hierboven beschreven redenen. Je zult dan weten of je goed de alle beschikbare functies heb gebruikt, en of je fouten heb gemaakt die het leven van de Suunto D61 kunnen verkorten.
Maar de belangrijkste taak van de handleiding is om de gebruiker bij het oplossen van problemen te helpen met Suunto D61 . Bijna altijd, zal je daar het vinden Troubleshooting met de meest voorkomende storingen en defecten #MANUAl# samen met de instructies over hun opplosinge. Zelfs als je zelf niet kan om het probleem op te lossen, zal de instructie je de weg wijzen naar verdere andere procedure, bijv. door contact met de klantenservice of het dichtstbijzijnde servicecentrum.