Gebruiksaanwijzing /service van het product SG K3100DN van de fabrikant Ricoh
Ga naar pagina of 204
Deutsch Fra n ç ais English Italiano Getting Started Erste Schritte Prise en main Prima di iniziare Cómo empezar Snel an de slag Espa ñ ol Nede rlands SG K3100DN.
.
1 Introduction This booklet describes the features and functions of the SG K3100DN. The User Guide and Safety Information for the SG2100N/SG31 10DN/ SG31 10DNw/SG7100DN are supplied with this product. Some descriptions in the User Guide and Safety Information do not apply to this product.
2 About This Product This product is a black-and-white printer . Guide to Components and Control Panel 1 CXK001 CXK002 2 1. Print Cartridge (black) Insert the cartridge at the point indicated by the mark, as shown in the illustra- tion. Only black print cartridges can be used with this product.
3 Limitation This machine does not support the following functions. Operating Systems ◆ Mac OS • Paper ◆ Glossy paper • Printer driver ◆ RPCS Raster printer driver • Color Mode .
4 Specifications Specifications of the machine is listed. Print speed ◆ Measurements according to the manufacturer's measurement system Black and white: 29.0 ppm Nozzles ◆ Black: 384 nozzles Power source ◆ 220-240 50/60 Hz 0.7 A (when fully equipped) Power consumption ◆ Average power consumption while printing: 26.
1 Einleitung Diese Broschüre beschreibt die Eigenschaften und Funktionen der SG K3100DN. Die Anwenderanleitung und Sicherheitshinweise für die SG2100N/ SG31 10DN/SG31 10DNw/SG7100DN werden mit diesem Produkt mitgeliefert. Einige Beschreibungen in der Anwenderanleitung und den Sicherheits- hinweisen gelten nicht für dieses Produkt.
2 Informationen zu diesem Produkt Dieses Produkt ist ein Schwarzweiß-Drucker . Bestandteile und Bedienfeld 1 CXK001 CXK002 2 1. Druckkartusche (Schwarz) Setzen Sie die Kartusche an dem markierten Punkt, wie abgebildet, ein. Nur schwarze Druckkartuschen können mit diesem Produkt verwendet werden.
3 Einschränkung Das Gerät unterstützt folgende Funktionen nicht. Betriebssysteme ◆ Mac OS • Papier ◆ Hochglanzpapier • Druckertreiber ◆ RPCS-Raster-Druckertreiber • Farbmodus .
4 Spezifikationen Spezifikationen des Gerätes sind gelistet. Druckgeschwindigkeit ◆ Messungen gemäß dem Messsystem des Herstellers Schwarzweiß: 29,0 Seiten/Minute Druckdüsen ◆ Schwarz: 384 D.
1 Introduction Le présent livret vise à décrire les fonctionnalités et fonctions de la SG K3100DN. Le Guide utilisateur et les Consignes de sécurité pour les modèles SG2100N/ SG31 10DN/SG31 10DNw/SG7100DN sont fournis avec ce produit.
2 À propos de ce produit Ce produit est une imprimante noir et blanc. Guide des composants et du panneau de commande 1 CXK001 CXK002 2 1. Cartouche d'impression (Noir) Insérez la cartouche à l'endroit indiqué par le repère, tel qu'indiqué sur l'illustration.
3 Restriction Cet appareil ne prend pas en charge les fonctions suivantes. Systèmes d'exploitation ◆ Mac OS • Papier ◆ Papier brillant • Pilote d'impression ◆ Pilote d'.
4 Caractéristiques Les caractétistiques de l'appareil sont comme suit. Vitesse d'impression ◆ Mesures effectuées conformément au système de mesure du fabricant Noir et blanc : 29,0 pp.
1 Introduzione Il presente libretto illustra le caratteristiche e le funzioni di SG K3100DN. La Guida per l'utente e le Informazioni sulla sicurezza di SG2100N/SG31 10- DN/SG31 10DNw/SG7100DN vengono fornite con il presente prodotto.
2 Informazioni su questo prodotto Il presente prodotto è una stampante in bianco e nero. Guida ai componenti e al pannello di controllo 1 CXK001 CXK002 2 1. Cartuccia (nero) Inseri re la c artucci a nel p unto co ntrasse gnato, come mo strato nell'il lustraz ione.
3 Limitazione Questa macchina non supporta le seguenti funzioni. Sistemi operativi ◆ Mac OS • Carta ◆ Carta lucida • Driver di stampa ◆ Driver di stampa RPCS Raster • Modo colore .
4 Specifiche Sono elencate le specifiche della macchina. V elocità di stampa ◆ Misure in base al sistema di misurazione del produttore Bianco e nero: 29 ppm (pagine al minuto) Ugelli ◆ Nero: 384 .
1 Introducción Este documento describe las características y las funciones de la SG K3100DN. La Guía de usuario y la Información de seguridad de las SG2100N/ SG31 10DN/SG31 10DNw/SG7100DN se proporcionan con este producto. Algunas descripciones de la Guía de usuario y la Información de seguridad no son aplicables a este producto.
2 Acerca de este producto Este producto es una impresora de blanco y negro. Guía de los componentes y el panel de mandos 1 CXK001 CXK002 2 1. Cartucho de impresión (negro) Inserte el cartucho en el punto indicado por la marca, como se muestra en la ilustración.
3 Limitación Esta máquina no admite las siguientes funciones. Sistemas operativos ◆ Mac OS • Papel ◆ Papel brillante • Driver de impresora ◆ Driver de impresora RPCS Raster • Mo.
4 Especificaciones A continuación, se indican las especificaciones de la máquina. V elocidad de impresión ◆ Medidas según el sistema de medición del fabricante Blanco y negro: 29,0 ppm Inyector.
1 Inleiding Dit boekje beschrijft de mogelijkheden en functies van de SG K3100DN. De Gebruikershandleiding en V eiligheidsinformatie voor de SG2100N/ SG31 10DN/SG31 10DNw/SG7100DN zijn meegeleverd met het product. Sommi- ge beschrijvingen in de Gebruikershandleiding en V eiligheidsformatie zijn niet van toepassing op dit product.
2 Informatie over dit product Dit product is een zwart-wit printer . Overzicht van onderdelen en het bedieningspaneel 1 CXK001 CXK002 2 1. Printcartridge (zwart) Steek de cartridge in de machine op het punt dat is aangegeven door de groene stippellijn in de illustratie.
3 Beperking Dit apparaat ondersteunt de volgende functies niet. Besturingssystemen ◆ Mac OS • Papier ◆ Glanzend papier • Printerstuurprogramma ◆ RPCS-rasterprinterstuurprogramma •.
4 Specificaties Zie hieronder de specificaties van het apparaat. Afdruksnelheid ◆ Gemeten volgens het meetsysteem van de fabrikant Zwart/wit: 29,0 ppm Spuitkoppen ◆ Zwart: 384 spuitkoppen Netspann.
© 2013.
SG K3100DN EN GB DE DE FR FR IT IT ES ES NL NL J035-6625.
Papirtype Papirvægtnr. Bypassbakke Kassette 1 Kassette 2-4 Fortrykt papir 1 til 7* 1 A Bond-papir 1 til 7* 1 A Karton 1 til 7* 1 A Labelark 1 til 7* 1 A Blankt papir -* 2 A Kuverter 5, 6 A - Bestrøget papir 5 til 7* 1 A Gramvægt No. Gramvægt 1 56–65 g/m 2 (15–18 lb.
Het stuurprogramma en de software installeren U kunt het benodigde stuurprogramma voor dit apparaat installeren via de meegeleverde cd-rom. De meegeleverde stuurprogramma's worden door de volgend.
.
10. Klik op [Verwijderen]. 11. Klik op [OK]. 12. Klik op [Sluiten] om het venster met eigenschappen van de afdrukserver te sluiten. 1. Overzicht van het apparaat 30.
.
4. Tryk på bagendestyret, og skub det indad, så det passer til standardformatet. CSJ253 5. Skub de to knapper i bunden af kassetten skubbes i henhold til papirtykkelsen, når der ilægges papir i kassette 2-4. CSJ168 Hvis papiret er 164 g/m 2 (44 lb.
Bewerkingsmodi wijzigen U kunt schakelen tussen de kopieer-, scan- en faxmodi door op de relevante knoppen te drukken. Druk op de knop [Kopiëren], [Scanner] of [Fax] om de bijbehorende modus te openen. Wanneer u een bepaalde modus hebt geopend, gaat het bijbehorende lampje branden.
Huidige taak Taak die u tegelijkertijd wilt uitvoeren Scannen • Faxgeheugen verzenden • Fax direct afdrukken • Geheugenfax ontvangen • Fax afdrukken die in het apparaatgeheugen is ontvangen .
.
1. Overzicht van het apparaat 36.
2. Papier plaatsen Ondersteund papier Papierformaat • A4 • 8 1 / 2 " × 11 " (Letter) • 8 1 / 2 " × 14 " (Legal) • B5 JIS • 5 1 / 2 " × 8 1 / 2 " (Half Letter.
.
• Hvis et udskriftsjob ændres, mens enkelt- eller tosidet udskrivning er i gang, kan enkeltsidede udskrifter efter den første kopi blive udskrevet i den forkerte retning. For at sikre, at alt papir udskrives i den samme retning, skal du vælge forskellige kassetter til enkeltsidede og tosidede job.
.
• Het afdrukgebied kan variëren, afhankelijk van papierformaat, printertaal en printerinstellingen. • Voor het beter adrukken van enveloppen raden wij u aan de rechter-, linker-, boven- en ondermarges minimaal op 15 mm (0,6 inch) in te stellen. Kopieerfunctie CHZ904 2 3 3 1 4 4 1.
Faxfunctie CHZ904 2 3 3 1 4 4 1. Afdrukgebied 2. Invoerrichting 3. Ongeveer 4,2 mm (0,2 inch) 4. Ongeveer 2 mm • Het afdrukgebied kan variëren afhankelijk van het papierformaat.
.
3. Knijp in de eindgeleider en schuif deze naar binnen tot het standaardformaat. CVW046 Zet bij het plaatsen van een aangepast papierformaat de papiergeleider iets breder dan het werkelijke formaat. 4. Plaats het papier zodanig dat de afdrukzijde naar beneden ligt.
.
CMC057 4. Vergrendel het verlengstuk in de verlengde stand. CMC055 5. Volg stap 2 tot en met 6 in 'Papier in lade 1 plaatsen'. • Om het verlengstuk opnieuw te plaatsen, moet u het met enige kracht erin duwen.
.
.
3. Pas de zijgeleiders aan de breedte van de envelop aan. CVW013 4. Open de klep aan de achterzijde. CVW015 5. Doe voor het afdrukken op enveloppen de hendels aan beide zijden omlaag richting de positie die is aangegeven met een envelopsymbool. CVW016 Zet de hendels weer terug in hun oorspronkelijke positie na het afdrukken (omhoog).
• Als enveloppen tijdens het afdrukken verkreukelen, plaatst u de enveloppen in omgekeerde richting en draait u het afdrukobject 180 graden met behulp van het printerstuurprogramma voordat u afdrukt. Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor verdere informatie.
4. Druk op [ ] of [ ] om de instelling voor het papiertype voor de gewenste lade te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 5. Druk op [ ] of [ ] om de gewenste papiersoort te selecteren en druk vervolgens op de[OK]-knop. 6. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen] om terug te keren naar het beginscherm.
• Zorg er tijdens het afdrukken voor dat het papierformaat dat is opgegeven in het printerstuurprogramma overeenkomt met het papierformaat dat is opgegeven met het bedieningspaneel. Als het papierformaat niet overeenkomt, wordt er een foutmelding op het display weergegeven.
Originelen plaatsen Dit onderdeel geeft uitleg over de soorten originelen die u kunt instellen en hoe u originelen moet plaatsen. Originelen Dit onderdeel geeft uitleg over de soorten originelen die u kunt plaatsen en welke delen van een origineel niet scanbaar zijn.
• Originelen met perforatielijnen • Originelen met duimgrepen, etiketten en uitstekende delen • Klevende originelen zoals kalkpapier • Dunne, zeer buigzame originelen • Dikke originelen zoal.
In kopieermodus In scanmodus In faxmodus Rechts 3 mm 0 mm 0 mm Links 3 mm 0 mm 0 mm Onder 4 mm 2 mm 0 mm Originelen op de glasplaat leggen Dit gedeelte beschrijft de procedure voor het plaatsen van originelen op de glasplaat en in de ADF. • Plaats geen originelen met correctievloeistof en toner voordat die helemaal zijn opgedroogd.
Originelen in de automatische documentinvoer plaatsen Bij gebruik van de ADF kunt u meerdere pagina's tegelijkertijd scannen. • Plaats alleen originelen in de ADF die hetzelfde formaat hebben. • Strijk gekruld papier helemaal glad voordat u de originelen in de ADF plaatst.
Toneren er næsten tom. Tonerpatronen er næsten tom. Kontakt din salgsrepræsentant eller servicetekniker for at få en ny tonerpatron. Påfyld toner: (farve) Der er ikke mere toner. Udskift tonerpatronen. Se Betjeningsvejledningen for yderligere oplysninger.
Een afdruktaak annuleren voordat het afdrukken is gestart • Windows 1. Dubbelklik op het printerpictogram in de taakbalk van uw computer. 2. Selecteer de afdruktaak die u wilt annuleren en klik vervolgens op [Annuleren] in het menu [Document].
Als papier niet overeenkomt Er wordt een fout gerapporteerd als: • het papiertype niet overeenkomt met de instellingen van de taak als [Invoerlade;] is ingesteld op [Automatische ladeselectie].
.
Hvis meddelelsen stadig vises efter geninstallation og aftørring af interfaceområdet, skal du kontakte en salgskonsulent eller servicetekniker. Se Betjeningsvejledningen for yderligere oplysninger om installation af tromleenheden. Sæt tonerpatronen korrekt i.
.
Klassificeringskode-fejl Klassificeringskoden er ikke angivet med printerdriveren. Se Betjeningsvejledningen for yderligere oplysninger om indstilling af klassifikationskoder. Sætvis udskr. annulleret. Sætvis sortering blev annulleret. Sluk på hovedafbryderen, og tænd igen.
.
.
Basisbewerking • Het origineel in de ADF gaat voor het origineel op de glasplaat als u originelen zowel in de ADF als op de glasplaat plaatst. 1. Druk op de [Kopieerapparaat]-knop. CVW101 2. Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF. Voor het correct plaatsen van het origineel, zie Pag.
te schakelen aan de hand van het papierformaat in deze instelling, kunt u ook de lade opgeven die het apparaat als eerst gebruikt bij [Lade prioriteit] onder Systeeminstellingen. Voor [Papier selecteren], zie Pag.141 "Instellingen voor kopieereigenschappen".
.
.
• U kunt op de [Escape]-knop drukken om terug te gaan naar het vorige niveau in de menustructuur. • U kunt de standaardinstelling van [Verkleinen/vergroten] van het apparaat wijzigen zodat alle kopieën in de opgegeven verhouding worden gemaakt. Raadpleeg voor meer informatie Pag.
.
Staand Liggend Origineel Kopie Links naar rechts Boven naar onder Links naar rechts Boven naar onder NL CMF251 Gecombineerde kopie aan beide zijden In deze modus wordt een origineel dat uit meerdere pagina's bestaat, gecombineerd en op beide zijden van het papier afgedrukt.
87 65 86 75 65 87 75 86 Staand Origineel Kopie Links naar rechts, Boven naar boven Links naar rechts, Boven naar onder Boven naar onder , Boven naar boven Boven naar onder , Boven naar onder NL CMF256.
Staand Landscape Origineel Kopie NL CMF261 Boven naar boven Boven naar onder Boven naar boven Boven naar onder Gecombineerde en dubbelzijdige kopieën opgeven 1. Druk op de [Duplex]-toets. CVW1 10 2. Druk op [ ] of [ ] om de gewenste modus te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop.
.
Beide zijden van een identiteitsbewijs op één zijde kopiëren In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u de voor- en achterkant van een identificatiebewijs of een ander klein document kunt kopiëren op één zijde van een vel papier.
Een identiteitsbewijs kopiëren 1. Druk op de [Shortcut to Func. ]-knop. CVW107 Als u met de [Shortcut to Func. ]-knop de ID-kaartkopieermodus voor de huidige taak wilt inschakelen, moet bij de beheerdersinstellingen de optie [Shortcut naar functie] zijn ingesteld op [ID-kaart kopiëren].
A4 A5 A6 CVW302 • Bij het afdrukken van een vel Letter- of Half Letter-papier Plaats het identiteitsbewijs zo dat het midden ervan op het kruisje ligt. (Zowel de voor- als achterkant van het identiteitsbewijs dient op die manier geplaatst te worden.
.
De scaninstellingen opgeven In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de afbeeldingsbelichting en scankwaliteit voor de huidige taak kunt instellen. Instelling van de afbeeldingsdichtheid Er zijn vijf afbeeldingsbelichtingsniveaus. Hoe hoger het belichtingsniveau, hoe donkerder de afdruk.
.
• Als er geen informatie wordt ingevoerd in de tijd die is opgegeven bij [Automatische reset systeem] terwijl het beginscherm wordt weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie Pag.174 "Beheerdersinstellingen". • Als er op de [Wis/Stop]-knop wordt gedrukt terwijl het beginscherm wordt weergegeven.
5. Originelen scannen Scannermodusscherm In dit onderdeel wordt informatie gegeven over het scherm in de scanmodus. Het display geeft standaard het kopieerscherm weer als het apparaat wordt ingeschakeld.
Scanbestemmingen registreren Dit onderdeel beschrijft hoe u bestemmingsmappen in het adresboek kunt registreren. Om gescande bestanden naar een e-mailadres (Scannen naar e-mail), FTP-server (Scannen n.
.
.
1. Træk i håndtaget til frontlågen, og åbn den derefter forsigtigt med begge hænder. 1 2 CSJ128 2. Træk fastklemt papir forsigtigt ud. CSJ141 3. Hvis papiret sidder fast i den øverste del af varmeenheden, skal du trække det opad.
Item Instelling Beschrijving Resolutie Optioneel Selecteer een van de volgende scanresoluties: 100×100, 150×150, 200×200, 300×300, 400×400 of 600×600 dpi. Dichtheid Optioneel Geef de afbeeldingsbelichting op door op de rechter- of linkertoetsen te drukken.
Item Instelling Beschrijving Log-in gebruikersnaam Optioneel Gebruikersnaam voor aanmelden op de bestemmingscomputer. Kan tot 32 tekens bevatten. Log-in wachtwoord Optioneel Wachtwoord voor aanmelden op de bestemmingscomputer. Kan tot 32 tekens bevatten.
.
CSJ265 5. Hold i kassetten med begge hænder, og skub den lige ind langs skinnerne på kassettemodulet. CSJ269 Meddelelse om papirstop (Z) Fejlmeddelelsen " iconco2.120.gif"/>(Z) Åbn frontlågen, og fjern papiret." vises, når der opstår et papirstop inde i papiroverførselsenheden.
.
3. Druk op [ ] of [ ] om [Adresboek doorzoeken] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. Als u een bepaalde invoer op naam wilt zoeken, voer dan met de cijfertoetsen de eerste letters van de naam in en druk vervolgens op de [OK]-knop. Met elk teken dat u invoert, verandert het display om de overeenkomende naam weer te geven.
Varemærker Adobe, Acrobat, PostScript og PostScript 3 er enten registrerede varemærker eller varemærker tilhørende Adobe Systems Incorporated i USA og/eller andre lande. Macintosh og Mac OS er varemærker tilhørerende Apple Inc., som er registreret i USA og andre lande.
De knop [Pause/Redial] gebruiken Druk op de [Pause/Redial]-knop om de laatst gebruikte bestemming te selecteren. CVW1 13 • Als u een scanbestemming opgeeft, zullen de scaninstellingen van het apparaat automatisch worden gewijzigd aan de hand van de informatie die voor die bestemming in het Adresboek wordt geregistreerd.
De scaninstellingen opgeven Als u een scanbestemming opgeeft, zullen de scaninstellingen van het apparaat automatisch worden gewijzigd aan de hand van de informatie die voor die bestemming in het Adresboek wordt geregistreerd. Indien nodig kunt u de scaninstellingen voor de huidige taak via het bedieningspaneel wijzigen.
• Als de modus van het apparaat wordt veranderd. • Als het apparaat wordt uitgeschakeld. • Als de standaardinstelling van het apparaat voor dezelfde instelling wordt gewijzigd. Afbeeldingsbelichting aanpassen In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de afbeeldingsbelichting voor de huidige taak aanpast.
Resolutie opgeven In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de scanresolutie voor de huidige taak kunt opgeven. Er zijn zes instellingen voor de resolutie. Hoe hoger de resolutie, hoe hoger de kwaliteit en hoe groter het bestand. 1. Druk op de [Afbeeldingskwaliteit]-knop.
.
2. Origineel: Selecteer [Reflecterend] om vanaf de glasplaat te scannen of [Autom. Document Toevoer] om vanuit de ADF te scannen. 3. Type origineel Selecteer afhankelijk van uw origineel een instelling uit het overzicht met opties dat hieronder staat of selecteer [Aangepast.
7. Scantaak: (bij gebruik van de glasplaat) Geeft maximaal 10 eerder gebruikte scangebieden weer. Om een scantaak te verwijderen selecteert u het nummer van de taak en klikt u vervolgens op [Verwijd.]. Als u [AutoCrop] selecteert, detecteert de scanner automatisch het formaat van uw origineel.
.
.
De datum en tijd instellen 1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. cvw104 2. Druk op de toets [ ] of [ ] om [Beheerderstoepassingen] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 3. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, voer het wachtwoord dan met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op de [OK]-knop.
• U kunt een wachtwoord voor toegang tot het menu [Beh. Toepas.] opgeven in [Vergr.beheerderstoepass.]. Voor meer informatie over [Vergr.beheerderstoepass.
.
.
Faxbestemmingen registreren Dit onderdeel beschrijft hoe u faxbestemmingen kunt registreren in het Adresboek via het bedieningspaneel. Zie "Tekens invoeren" voor meer informatie over het invoeren van tekens. Het Adresboek kan ook met behulp van Web Image Monitor worden bewerkt.
4. Druk op [ ] of [ ] om [Snelkiesbestemming] of [Verkorte faxkiesnummer-bestemming] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 5. Druk op [ ] of [ ] om [Nr.] te selecteren en voer vervolgens met de cijfertoetsen het gewenste snelkiesnummer (1 t/m 8) in of het verkorte kiesnummer (1 t/m 200).
Faxbestemmingen wijzigen of verwijderen 1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. cvw104 2. Druk op [ ] of [ ] om [Adresboek] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 3. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, voer het wachtwoord dan met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Faxbestemmingen registreren met Web Image Monitor 1. Open de webbrowser en verkrijg toegang tot het apparaat door het IP-adres ervan in te vullen. 2. Klik op [Snelkeuzebestemming] of [Verkorte faxkiesnummer-bestemming]. 3. Selecteer [Fax] in de lijst [Bestemmingstype].
• Een faxnummer mag uit de volgende tekens bestaan: 0 tot en met 9, "P" (pauze), " ", " ", "-" en spatie. • Voer indien nodig een pauze in het faxnummer in. Het apparaat pauzeert kort voordat het de cijfers na de pauze kiest.
Een fax versturen • Het is raadzaam de ontvanger te bellen en af te spreken wanneer belangrijke documenten worden verzonden. Verzendingsmodus selecteren Er zijn twee manieren van verzenden: Geheugenverzending en Directe verzending.
• U kunt op de [Escape]-knop drukken om terug te gaan naar het vorige niveau in de menustructuur. Basisbewerking voor het versturen van een fax • Het origineel in de ADF gaat voor het origineel op de glasplaat als u originelen zowel in de ADF als op de glasplaat plaatst.
4. Druk op de [Start]-knop. CVW106 • Afhankelijk van de apparaatinstellingen, wordt u mogelijk gevraagd om het faxnummer opnieuw in te voeren als u het faxnummer van de bestemming handmatig hebt ingevoerd. Voer in dat geval het nummer binnen 60 seconden opnieuw in, druk op [OK] en druk vervolgens op de [Start]-knop.
opnieuw kiest als de lijn bezet is of als er een fout optreedt tijdens de verzending. Voor meer informatie over [Autom. opnieuw proberen], zie Pag.147 "Instellingen van de eigenschappen voor het versturen van faxen".
.
2. Druk op de sneltoets waaronder de gewenste snelkeuzebestemming is geregistreerd. Voor meer informatie over het registreren van snelkiesbestemmingen, zie Pag.108 "Faxbestemmingen registreren" . Druk op de [Shift]-knop als u snelkiesbestemmingen 5 t/m 8 wilt gebruiken voordat u op een sneltoets drukt.
2. Druk op de [Address Book]-knop. CVW1 1 1 3. Druk op [ ] of [ ] om [Adresboek doorzoeken] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. Als u wilt zoeken naar een bepaalde registratie via een re.
.
.
1. Plaats het origineel. 2. Druk op de [Fax]-knop. CVW102 3. Druk op de [On Hook Dial]-knop. CVW1 12 "Op de haak" wordt op het scherm weergegeven. 4. Geef de bestemming op met de cijfertoetsen. 5. Als u een hoge toon hoort, druk dan op de [Start]-knop.
• Voor meer informatie over het selecteren van de verzendingsmodus, zie Pag.113 "Verzendingsmodus selecteren". • Voor meer informatie over [Bevestiging faxnummer], zie Pag.
De scaninstellingen opgeven De afbeeldingsbelichting aanpassen In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de afbeeldingsbelichting voor de huidige taak aanpast. Er zijn drie afbeeldingsbelichtingsniveaus. Hoe donkerder het belichtingsniveau, hoe donkerder de afdruk.
.
.
.
Voor meer informatie over het bewerken van een faxvoorblad raadpleegt u Pag.132 "Een voor-/ achterblad van een fax bewerken". 6. Klik op [Verzenden].
1. Druk op de [Fax]-knop. CVW102 2. Druk op de knop [Wis/Stop]. CVW105 Verzendinstellingen configureren In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de verzendinstellingen kunt configureren in de eigenschappen van het LAN-faxstuurprogramma. Eigenschappen moeten voor elke toepassing apart worden ingesteld.
Het adresboek van LAN-fax configureren In dit onderdeel wordt het LAN-fax-adresboek beschreven. Configureer het LAN-fax-adresboek op de computer. In het LAN-fax-adresboek kunt u LAN-faxbestemmingen snel en eenvoudig opgeven. Het LAN-fax-adresboek kan maximaal 1000 registraties bevatten, waaronder individuele bestemmingen en groepsbestemmingen.
3. Selecteer de bestemming die u in de groep wilt opnemen uit de [Lijst Gebruiker:] en klik vervolgens op [Toev.]. Als u een bestemming uit een groep wilt verwijderen, selecteer dan de bestemming die u wilt verwijderen van [Lijst groepsleden:] en klik op [Verwijder van lijst].
Gegevens voor het LAN-fax adresboek importeren Gegevens voor het LAN-fax adresboek kunnen geïmporteerd worden in een bestand in CSV- formaat (Comma Separated Values). U kunt adresboekgegevens importeren uit andere toepassingen als de gegevens als een CSV-bestand zijn opgeslagen.
.
1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. cvw104 2. Druk op [ ] of [ ] om [Faxeigenschappen] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. 3. Druk op [ ] of [ ] om [Ontvangstinstellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 4. Druk op [ ] of [ ] om [Schakel RX-modus] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Een fax ontvangen in de modus Alleen Fax Wanneer de ontvangstmodus ingesteld is op Alleen Fax, beantwoordt het apparaat automatisch alle oproepen in de faxontvangstmodus. • U kunt het aantal keren dat het apparaat moet wachten voordat een telefoontje beantwoord wordt, wijzigen in de instelling [Aantal keer bellen] onder [Faxeigenschappen].
Lijsten/rapporten met betrekking tot de faxfunctie De lijsten en rapporten met betrekking tot de faxfunctie zijn: • Faxjournaal Hiermee wordt een journaal van faxverzending en -ontvangst van de laatste 50 taken afgedrukt. • TX-statusrapport Drukt het meest recente verzendingsresultaat af.
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Basisbewerking U kunt op twee manieren toegang krijgen tot de apparaatinstellingen: • Druk op de knop [Gebr.tools] voor toegang tot de systeem- en netwerkinstellingen. • Druk op [ ] of [ ] om de kopieer-, scan- of faxinstellingen te openen.
Als u het menu [Adresboek], [Netwerkinstellingen] of [Beheerderstoepassingen] selecteert, kan u om een wachtwoord worden gevraagd. Voer het viercijferige wachtwoord in en druk op de [OK]- knop. Voor meer informatie over het wachtwoord, zie [Vergr.beheerderstoepass.
.
Beheerderstoepassingen (instelling [Gebr.tools]) [Datum/tijd instellen], [Faxinformatie programmeren], [Kies-/pulstoon], [PSTN / PBX], [PBX- toegangsnummer], [Functieprioriteit], [Automatische reset systeem], [Energiespaarstandmodus], [Taal], [Land], [Instellingen terugzetten], [Shortcut naar functie], [Vergr.
.
• Pagina's die geheel of hoofdzakelijk uit foto's of afbeeldingen bestaan, zoals pagina's in tijdschriften. Dichtheid Geeft de afbeeldingsbelichting op voor fotokopiëren. Standaardinstelling: • (lichtst) • • • • (donkerst) Verkleinen/vergroten Geeft het percentage aan waarmee kopieën vergroot of verkleind worden.
• Uit • 1-z 2orig->Cmb 2op1 1z De kopie wordt op 1 zijde gemaakt en hierop worden 2 pagina's van een enkelzijdig origineel afgedrukt. • Staand • Liggend • 1-z 4orig->Cmb 4op1 1z De kopie wordt op 1 zijde gemaakt en hierop worden 4 pagina's van een enkelzijdig origineel afgedrukt.
• Liggend: B naar O, B naar O • Handm. modus 2-zijd scannen Selecteer deze modus om dubbelzijdige kopieën te maken via de glasplaat. • ID-kaart regel in midden Geef op of u een lijn in het midden wilt trekken als u een ID-kaart kopieert. • Afdrukken • Niet afdrukken 7.
.
Resolutie U kunt hier de resolutie opgeven voor het te scannen origineel. Standaardinstelling: [300 × 300dpi] • 100 × 100dpi • 150 × 150dpi • 200 × 200dpi • 300 × 300dpi • 400 × 400dpi • 600 × 600dpi Compressie (kleur) U kunt hier de verhouding voor kleurcompressie opgeven voor JPEG-bestanden.
Instellingen van de eigenschappen voor het versturen van faxen Directe TX Hiermee stelt u het apparaat zo in dat er direct een fax wordt verstuurd als het origineel is gescand. Standaardinstelling: [Uit] • Uit Selecteer deze optie als u geheugenverzending gebruikt.
.
Instellingen van faxeigenschappen Ontvangstinstellingen Hier staan de instellingen voor het ontvangen van een fax. • Schakel RX-modus Hier kunt u de ontvangstmodus opgeven. Standaardinstelling: [Alleen fax] • Alleen fax Het apparaat beantwoordt automatisch alle binnenkomende oproepen in de faxontvangstmodus.
• 1 tot 5 keer • 2-zijdige afdruk Hiermee geeft u op dat u dubbelzijdig wilt afdrukken. Standaardinstelling: [Uit] • Uit • 2-zijdig staand: B naar B • 2-zijdig staand: B naar O TX stand-by bestand verw. Verwijdert onverstuurde faxtaken die in het geheugen van het apparaat staan.
• Detecteren • Niet detecteren • Verzendsnelheid Hiermee geeft u de verzendingssnelheid op voor de faxmodem. Standaardinstelling: [33.6 Kbps] • 33.6 Kbps • 14,4 Kbps • 9,6 Kbps • 7,2 Kbps • 4,8 Kbps • 2,4 Kbps • Ontvangstsnelheid Geeft de ontvangstsnelheid op voor de faxmodem.
Drukt een rapport af met een afbeelding van het origineel wanneer er een verzendingsfout optreedt. • Elke TX Drukt een rapport af bij elke faxverzending. • Elke TX (afb. bijgevoegd) Drukt een rapport af met een afbeelding van het origineel bij elke faxverzending.
Instellingen voor het adresboek Snelkiesbestemming Hier kunt u het faxnummer en de naam voor de snelkiesbestemmingen opgeven. U kunt maximaal 8 snelkiesbestemmingen registreren. • Nr. Hier geeft u het snelkiesnummer op. • Faxnr. Hier geeft u het faxnummer voor de betreffende snelkiesbestemming op.
Systeeminstellingen Volume aanpassen Hier kunt u het volume van de geluiden die het apparaat produceert opgeven. Standaardinstelling: [Laag] voor [Paneeltoets toon] en [Medium] voor andere parameters. • Paneeltoets toon Hiermee specificeert u het volume van het piepgeluid dat wordt gegeven als er op een toets wordt gedrukt.
Hiermee specificeert u het volume van het alarmgeluid dat het apparaat produceert als er een bewerkingsfout optreedt. • Uit • Laag • Midden • Hoog Lade Papierinstellingen • Papiertype: Lade 1 Bepaalt de papiersoort voor lade 1.
• Elk formaat/type Het apparaat drukt alle afdruktaken af aan de hand van de instellingen in het printerstuurprogramma. Afdrukken gaat verder, zelfs als de instellingen van het apparaat en het printerstuurprogramma voor het papierformaat/-type niet overeenkomen.
• Detectie formaatfout Hiermee stelt u in dat er een fout wordt gerapporteerd wanneer het papierformaat niet overeenkomt met de instellingen voor de afdruktaak.
Het printer-/LAN-faxstuurprogramma dat u op uw computer hebt geïnstalleerd, kan worden gebruikt met elk ander apparaat dat van hetzelfde model is als het apparaat dat oorspronkelijk voor installatie was gebruikt.
(Nieuw), , , , , (moet vervangen worden) Scanroller • Scanroller vergrendelen Plaats de scannereenheid terug in zijn oorspronkelijke positie in het apparaat. Voordat het apparaat verplaatst wordt, kunt u deze functie gebruiken om de scannereenheid in zijn oorspronkelijke positie terug te plaatsen.
• Aan • Uit Belichting Past de belichting van afbeeldingen op afdrukken aan. Standaardinstelling: 0 • -3 tot +3 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel 160.
Lijsten/rapporten afdrukken De configuratiepagina afdrukken 1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. cvw104 2. Druk op [ ] of [ ] om [Lijst/rap. afdrukken] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. 3. Druk op [ ] of [ ] om [Configuratiepagina] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop.
Faxbest.lijst verk. kiezen Hiermee wordt een lijst met ingevoerde verkorte kiesnummers afgedrukt. • Sorteren op verkort kiesnr. Hiermee wordt een lijst met records gesorteerd op het registratienummer van de verkorte kiesbestemmingen. • Sorteren op naam Hiermee wordt de lijst afgedrukt met de records gesorteerd op naam.
.
• A4, B5 JIS, A5, B6 JIS, A6, 8 1/2 × 14, 8 1/2 × 11, 5 1/2 × 8 1/2, 7 1/4 × 10 1/2, 8 × 13, 8 1/2 × 13, 8 1/4 × 13, 16K, 4 1/8 × 9 1/2, 3 7/8 × 7 1/2, C5 Env, C6 Env, DL Env • Duplex Stelt het apparaat zo in dat er op beide zijden van het papier wordt afgedrukt volgens de opgegeven inbindmethode.
.
• Aan • Uit • Van CR naar LF Stelt het apparaat in zodat er een CR-code aan elke LF-code wordt toegevoegd zodat tekstgegevens duidelijk worden afgedrukt. Standaardinstelling: [Uit] • Aan • Uit • Resolutie Stelt de resolutie van de afdruk in dots per inch in.
.
• WiFi-status Hiermee wordt de huidige status van de verbinding aangegeven. • MAC-adres Toont het MAC-adres van het apparaat. • Huidige verbinding Hiermee worden details over de verbinding weergegeven, zoals de SSID en de sterkte van het draadloze signaal.
Standaardinstelling: XXX.XXX.XXX.XXX De cijfers die voor "X" staan, hangen af van uw netwerkomgeving. • Methode IP-adres Geeft de acquisitiemethode van het IP-adres weer.
.
.
4. Druk op [ ] of [ ] om [Installatiewizard] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. 5. Druk op [ ] of [ ] om [Ad-hoc] te selecteren en druk vervolgens op de knop [Volgende]. 6. Druk op [ ] of [ ] om een communicatiekanaal te selecteren en druk vervolgens op de knop [Volgende].
6. Druk op [ ] of [ ] om [DHCP] te selecteren en druk vervolgens op [OK]. 7. Druk op [ ] of [ ] om [Actief] te selecteren en druk vervolgens op [OK]. 8. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen] om terug te keren naar het beginscherm. 9. Als u gevraagd wordt het apparaat opnieuw te starten, zet de printer dan uit en daarna weer aan.
.
.
.
.
Shortct nr func Wijst één van de volgende functies toe aan de [Shortcut to Func. ]-knop op het bedieningspaneel. Standaardinstelling: [ID-kaart kopiëren] • ID-kaart kopiëren • Directe TX fax • Scanbestemm.
8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's Web Image Monitor gebruiken • Om het apparaat te bedienen via Web Image Monitor, moet u eerst de TCP/IP- of draadloze LAN-instellingen van het apparaat instellen. Raadpleeg voor meer informatie Pag.
.
De informatie in het algemene gedeelte wordt niet automatisch bijgewerkt. Klik op [Vernieuwen] in de rechterbovenhoek van het algemene gebied om de informatie bij te werken. Klik op de button [Vernieuwen] van de webbrowser om het volledige browserscherm bij te werken.
De systeeminformatie controleren Klik op [Home] om de hoofdpagina van Web Image Monitor weer te geven. Op deze pagina kunt u de huidige systeeminformatie controleren. Deze pagina bevat drie tabbladen: [Status], [Teller] en [Apparaatinformatie]. Tabblad Status Item Beschrijving Modelnaam Toont de naam van het apparaat.
Papierlade Item Beschrijving Lade 1 Toont de huidige status en instelling voor papiergrootte/-soort van lade 1. Handinvoer Toont de huidige status en instelling voor het papierformaat/-type van de handinvoer. • Als er geen authentieke printcartridge is geïnstalleerd, kan de levensduur van de toner niet goed worden aangegeven.
Afdrukteller Item Beschrijving Totaal aantal pagina's Toont het totale aantal afdrukken die met het apparaat gemaakt zijn: • Pagina's afgedrukt via de printer-, kopieer- en faxfuncties • Lijsten/rapporten die zijn afgedrukt vanuit het menu [Lijst/rap.
.
Handinvoer Item Beschrijving Papierformaat Selecteer het papierformaat voor de handinvoer: A4, B5 JIS, A5, B6 JIS, A6, 8 1/2 × 14, 8 1/2 × 11, 5 1/2 × 8 1/2, 7 1/4 × 10 1/2, 16K, 4 1/8 × 9 1/2, 3 7/8 × 7 1/2, C5 Env, C6 Env, DL Env, Ang.
Prioriteit instelling handinvoer Item Beschrijving Prioriteit instelling handinvoer Selecteer hoe afdruktaken via de handinvoer worden verwerkt. • Systeeminstellingen Het apparaat drukt alle afdruktaken af aan de hand van de printerinstellingen.
.
Tabblad Lade prioriteit Lade prioriteit Item Beschrijving Printer Selecteer de lade die het eerst door het apparaat wordt gecontroleerd op papier dat gebruikt kan worden en kies hierbij uit [Lade 1] of [Handinvoer].
Tabblad I/O Time-out I/O Timeout Item Beschrijving Vaste USB-poort Bepaalt of hetzelfde printer-/LAN-faxstuurprogramma kan worden gebruikt voor meerdere printers via USB-verbinding.
Bestemmingen registreren Scan- en faxbestemmingen kunnen worden geregistreerd met Web Image Monitor. Er kunnen maximaal 100 scanbestemmingen en 208 faxbestemmingen (8 snelkiesbestemmingen en 200 verkorte kiesbestemmingen) worden geregistreerd. Raadpleeg de scan- en faxonderdelen voor meer informatie over het registreren van bestemmingen.
.
Tabblad IPv6-configuratie IPv6 Item Beschrijving IPv6 Selecteer of u IPv6 wilt in- of uitschakelen U kunt IPv6 niet uitschakelen via Web Image Monitor als het apparaat momenteel in gebruik is in een IPv6- omgeving. Gebruik in dat geval het bedieningspaneel om [IPv6] uit te schakelen onder de Netwerkinstellingen.
.
Tabblad DNS DNS Item Beschrijving DNS-methode Selecteer of u handmatig domeinnaamservers wilt opgeven of automatisch DNS-informatie van het netwerk wilt ophalen. Indien ingesteld op [Automatisch], zijn de opties [Primaire DNS-server], [Secundaire DNS- server] en [Domeinnaam] hieronder niet beschikbaar.
Tabblad Automatische e-mailmeldingen E-mailmelding 1/E-mailmelding 2 Item Beschrijving Weergavenaam van apparaat Voer een naam in voor de de afzender van de e-mailmelding. Kan tot 32 tekens bevatten. E-mailadres Voer een naam in voor de ontvanger van de waarschuwingsmail.
.
.
Item Beschrijving Gebruikerswachtwoord Voer het wachtwoord in voor aanmelding bij de POP3-server. Kan tot 32 tekens bevatten. Verificatie Selecteer een van de volgende verificatiemethoden: [Geen]: wachtwoord wordt niet gecodeerd. [APOP-verificatie]: wachtwoord wordt gecodeerd.
.
.
De IPsec-instellingen configureren Klik op [IPsec-instellingen] om de pagina voor configuratie van de IPsec-instellingen te configureren. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Algemene IPsec-instellingen] en [IPsec-beleidslijst]. • Deze functie is alleen beschikbaar wanneer er een beheerderswachtwoord is opgegeven.
Een belangrijk punt na aankoop van elk apparaat Ricoh SG K3100DN (of zelfs voordat je het koopt) is om de handleiding te lezen. Dit moeten wij doen vanwege een paar simpele redenen:
Als u nog geen Ricoh SG K3100DN heb gekocht dan nu is een goed moment om kennis te maken met de basisgegevens van het product. Eerst kijk dan naar de eerste pagina\'s van de handleiding, die je hierboven vindt. Je moet daar de belangrijkste technische gegevens Ricoh SG K3100DN vinden. Op dit manier kan je controleren of het apparaat aan jouw behoeften voldoet. Op de volgende pagina's van de handleiding Ricoh SG K3100DN leer je over alle kenmerken van het product en krijg je informatie over de werking. De informatie die je over Ricoh SG K3100DN krijgt, zal je zeker helpen om een besluit over de aankoop te nemen.
In een situatie waarin je al een beziter van Ricoh SG K3100DN bent, maar toch heb je de instructies niet gelezen, moet je het doen voor de hierboven beschreven redenen. Je zult dan weten of je goed de alle beschikbare functies heb gebruikt, en of je fouten heb gemaakt die het leven van de Ricoh SG K3100DN kunnen verkorten.
Maar de belangrijkste taak van de handleiding is om de gebruiker bij het oplossen van problemen te helpen met Ricoh SG K3100DN . Bijna altijd, zal je daar het vinden Troubleshooting met de meest voorkomende storingen en defecten #MANUAl# samen met de instructies over hun opplosinge. Zelfs als je zelf niet kan om het probleem op te lossen, zal de instructie je de weg wijzen naar verdere andere procedure, bijv. door contact met de klantenservice of het dichtstbijzijnde servicecentrum.