Gebruiksaanwijzing /service van het product FZ6-N van de fabrikant Yamaha
Ga naar pagina of 90
GEDRUKT OP KRINGLOOPPAPIER Y AMAHA MO T OR CO . , L TD . PRINTED IN JAPAN 2003.12-0.3 × 2 CR (D) 1B3-28199-D0 FZ6-N HANDLEIDING.
DAU2694 1 DECLARA TION of CONFORMITY We Hereby declar e that the product: is in compliance with follo wing norm(s) or documents: Type-designation: 5SL-00, 5VS-00, 5VX-00, 3HT -00, 5UX-00, 5UX-10, 5KS-00 and 5KS-10 R&TTE Directiv e(1999/5/EC) EN300 330-2 v1.
INLEIDING DAU101 00 Welkom in de wereld van Yamaha rijders! Als eigenaar van de FZ6-N profiteert u van Yamaha’s ervaring en technische kennis in het ontwerpen en fabriceren van producten van topkwaliteit, waarmee Yamah a haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
BELANGRIJKE I NFORMATIE IN DE HANDLEIDING DAU1015 0 Bijzonder belangrijke informati e is in deze handleiding gemark eerd met de volgende aanduidingen: OPMERKING: ● Deze handleiding m oet worden gezien als een perma nent onderdeel van deze motorfiets en mo et altijd bij de machine blijven, ook als deze ooit wordt verkocht.
BELANGRIJKE INFORMA TIE IN DE HANDLEIDI NG DAU102 00 FZ6-N HANDLEIDING ©2003 do or Y amaha Mot or Co., Ltd. 1e uitga ve, novembe r 2003 Alle rechten v oorbehouden. Elke v orm van h erd ruk of onbe voegd ge- bruik zo nder schri fte lijk e toes te mming van Y amaha Moto r Co.
INHOUDSOPGAVE VEILIGHEIDSINFORMATIE ..............1-1 BESCHRIJVING ................. ...............2-1 Aanzicht l inkerzij de ........... ...............2-1 Aanzicht r echterzij de ........ ...............2-2 Bedieninge n en ins trumenten ..........2-3 FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BE DIEN INGEN .
INHOUDSOPGAV E Gloei lam p in k entek env erlic htin g vervang en ............. ............ ........ 6-31 Vervangen van een parkeerl ichtgloei lamp ............. ... 6-31 Onderste unen van de motorfie ts .............. .................... 6-32 Voorwiel .
1-1 1 VEILIGHEIDSI NFORMATIE DAU10280 MOTORFIETSEN ZIJN TWEEWIELI GE VOERTUIGEN. HU N VEILIG GEBRUIK EN WERKING ZIJN AFHANKELIJ K VAN JUIS- TE RIJTECHNIEKE N EN VAN DE D ES- KUNDIGHEID V AN DE BESTU URDER. ELKE BESTUURDER MOET BEKE ND ZIJN MET DE VO LGENDE V EREISTEN ALVORENS MET DEZE MOTOR TE GA AN RI JDEN.
VEILIGHEIDSIN FORMATIE 1-2 1 • Geef altijd rich t ing aan v oordat u af- slaat of van ri jstrook wisselt. Zorg dat andere weggebruikers u k unnen zien.
VEIL IGHE IDSI NFOR MAT IE 1-3 1 ● Het zwaartepunt van bagage en ac- cessoires moet zo laag mogelijk liggen en zo dicht mogelijk bij de motor. Zorg dat het gewic ht zo gelijkm atig mogelijk over beide zij den van de motor wordt verdeeld, om zo on balans of instabili- teit te beperken.
VEILIGHEIDSIN FORMATIE 1-4 1 lijk letsel v er oorzaken. Start de motor alleen in de open lucht of in een ruimte die voldoende ventila t ie heeft. ● Zet de motor altijd uit voordat u de mo- torfiets onbeheerd achte rlaat en neem de sleutel uit het contactslot.
BESC HRIJVING 2-1 2 DAU1041 0 Aanzicht linkerzi jde 1. Hoofdzek ering (pagina 6-27) 2. Accu (pagina 6-26) 3. Luchtfilterelement (pagina 6-12) 4. Stationair stelschroef (pagina 6-13) 5. Stelring voor v eer voorspanning schokdemper unit (pagina 3-15) 6.
BESCHRIJVI NG 2-2 2 DAU104 20 Aanzicht rechterzi jde 1. Zekeringenkastje (pagina 6-27) 2. Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-19) 3. Olie vuldop (pag ina 6-7) 4. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-19) 5. P eilstok (pagina 6-7) 6. Rempedaal (pagina 3-11) U1B3D0D0.
BESC HRIJVING 2-3 2 DAU1043 0 Bedieningen en instrumenten 1. K oppelingshendel (pagina 3-10) 2. Schakelaargroep link ers tuurzijde (pagina 3-9) 3. LCD-toerenteller (pagina 3-5) 4. Multifunctioneel display (pagina 3- 6) 5. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-9 ) 6.
FUNCTIES VAN INSTR UMENTEN EN BEDIENINGEN 3-1 3 DAU109 72 Startblokkeersysteem Dit voertuig is voorzien van een startblok- keersysteem waarmee diefstal kan worden bemoeilijkt door de codering van de stan- daardsleutels te wijzigen .
FUNCTIES VA N INSTRUMENTEN EN BEDIE NINGEN 3-2 3 DAU10471 Contactslot/st uurslot Via het contactslot/stuu r slot worden het ont- stekingssystee m en de verlichtingssyste- men bediend en wordt het stuur vergrendeld. OPMERKING: Gebruik de standaardsleutel (zwart boven- deel) voor het normale gebruik van het voertuig.
FUNCTIES VAN INSTR UMENTEN EN BEDIENINGEN 3-3 3 Om het stuur te ontgrendelen Druk de sleutel in en draai hem dan naar “ OFF ” t erwijl de sleutel ingedrukt word t ge- houden.
FUNCTIES VA N INSTRUMENTEN EN BEDIE NINGEN 3-4 3 DAU11060 Vrijstandcontrolelampje “” Dit controlelampje brandt terwijl de versnel- lingsbak in de vrijstan d staat. DAU11080 Controlelampje grootlicht “” Dit controlelampje br andt terwijl de koplamp is ingeschakeld v oor grootlicht.
FUNCTIES VAN INSTR UMENTEN EN BEDIENINGEN 3-5 3 OPMERKING: Houd andere startblokkee rsleutels uit de buurt van het contactslot en bewaar niet meer dan éé n startblokkeersleu tel aan de- zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels kunnen signaalstoring v eroorzaken, waar- door de motor mogelijk niet kan w orden ge- start.
FUNCTIES VA N INSTRUMENTEN EN BEDIE NINGEN 3-6 3 DAU32976 Multifunctioneel display W AARSCHUWING DWA12311 Zorg dat de machine stilstaat, voordat u wijzigingen in de instellingen van het multifunctionele display gaat aanbren- gen.
FUNCTIES VAN INSTR UMENTEN EN BEDIENINGEN 3-7 3 deze automatisch teruggesteld zodra na het tanken 5 km (3 mi) is gereden en verschijnt de vorige weergavemodus weer.
FUNCTIES VA N INSTRUMENTEN EN BEDIE NINGEN 3-8 3 Als een van de circuits van het startblok- keersystee m uitvalt, gaat het controlelamp- je startblokkerin g knipperen en toont het multifunctionele d isplay een foutcode van 2 cijfers (bijv. 51, 52, 53).
FUNCTIES VAN INSTR UMENTEN EN BEDIENINGEN 3-9 3 DAU123 43 Stuurschakelaars Links Rec hts DAU123 50 Lichtsignaalschakelaar “” Druk deze sc hakelaar in om d e koplamp een lichtsignaal te laten afgeven . DAU124 00 Dimlichtschakelaar “ / ” Zet deze schakelaar op “” voor grootlicht en op “” voor dimlicht.
FUNCTIES VA N INSTRUMENTEN EN BEDIE NINGEN 3-10 3 DAU12820 Koppelingshendel De koppelingshe ndel bevindt zich aan de linkerstuurgreep. Trek de hen del naar het stuur toe om de koppeling te ontkoppele n. Laat de hendel los om de koppeling te laten aangrijpen.
FUNCTIES VAN INSTR UMENTEN EN BEDIENINGEN 3-11 3 DAU129 41 Rempedaal Het rempedaal bevindt zich aan de rechter- zijde van de motorfiets. Trap op het rempe- daal om de achterrem te bekrachtigen. DAU130 70 Tankdop Openen van de tankdop Open het slotp laatje op de tankdop, steek de sleutel in he t slot en draai hem dan een kwartslag rechtsom.
FUNCTIES VA N INSTRUMENTEN EN BEDIE NINGEN 3-12 3 DAU13210 Brandstof Controleer of voldoende brandstof in de brandstoftank aanwezig is. Vul de br and- stoftank tot onderaan de v ulpijp zoals ge- toond. W AARSCHUWING DWA10880 ● Overvul de brandsto ftank niet, an- ders zal benzine uitstromen zodra deze warm wordt en uitzet.
FUNCTIES VAN INSTR UMENTEN EN BEDIENINGEN 3-13 3 DAU134 10 Tankbeluchtingsslang Alvorens de motorfiets te gebruiken: ● Controleer de aansluiting van de tank- beluchting sslang. ● Controleer de tankbeluchtingsslang op scheuren of beschadiging en vervang indien nodig.
FUNCTIES VA N INSTRUMENTEN EN BEDIE NINGEN 3-14 3 2. Druk het zadel aan de achterzijde om- laag om te vergrendelen. 3. Neem de sleutel uit. OPMERKING: Controleer of het zadel stevig is vergrendeld alvorens te gaan rijden. DAU14421 Opbergcompartiment Dit opbergcompartime nt is bedoeld voor het opbergen van een origi neel Yamaha U-slot.
FUNCTIES VAN INSTR UMENTEN EN BEDIENINGEN 3-15 3 DAU148 30 Afstellen van de schokdemperunit Deze schokdemper is uitgerus t met een stelring voor veervoorspanning. LET OP: DCA101 00 Probeer nooit een stelmechanisme voor- bij de maximum- of minimuminstelwaar- den te verdraaien.
FUNCTIES VA N INSTRUMENTEN EN BEDIE NINGEN 3-16 3 DAU15300 Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de lin ker- zijde van het frame. Trek of druk de zijstan- daard met uw voet omhoog of omlaag terwijl u de motorfiets verticaal houdt.
FUNCTIES VAN INSTR UMENTEN EN BEDIENINGEN 3-17 3 Met de motor uit: 1. Beweeg de zijstandaard omlaag. 2. Controleer of de noodstopschakelaar aanstaat. 3. Draai de sleutel naar aan. 4. Schakel de v ersnellingsbak in de vr ijstand. 5. Druk op de star tknop.
CONTROLES VOOR HET STAR TEN 4-1 4 DAU15591 De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van zijn voertuig. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij bloots telling aan weer en wind vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet w ordt gebruikt.
CO NTRO LES VOOR HE T STA RTE N 4-2 4 DAU156 02 Controlelijst voor gebruik ITEM CONTROLES P AGINA Brandstof • Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank. • V ul indien nodig brandstof bij. • Controleer de brandstofleiding op lekkage. 3-12 Motorolie • Controleer het olieniv eau in de motor .
CONTROLES VOOR HET STAR TEN 4-3 4 Ko pp e l in g • Controleer de werking. • Smeer indien nodig de kabel. • Controleer de vrije s lag van de koppelingshendel. • Stel indien nodig bij . 6-17 Gasgreep • Controleer of de werking s oepel is. • Controleer de vrije s lag van de kabel.
CO NTRO LES VOOR HE T STA RTE N 4-4 4 Sperschakelaar v oor de zij- standaard • Controleer de werking v an het star tspersysteem. • Als het systeem d ef ect is, vraag dan een Y amaha dealer de machine na te kijken. 3-16 ITEM CONTROLES P AGINA U1B3D0D0.
GEBRUIK EN BE LANGRIJKE RIJ-INFORMATIE 5-1 5 DAU15950 W AARSCHUWING DWA10270 ● Zorg dat u volkomen vertrouwd bent met alle bedieningsfuncties en hun werking voordat u gaat rijden. Informeer bij een Yamaha dealer als u de werking van een schakelaar of functie niet volkomen begrijpt.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-IN F ORMATIE 5-2 5 OPMERKING: De motor is voldoende warm al s deze snel reageert op de gasbediening. DAU166 71 Schakelen Door de versnellingen te schakelen kun t u het beschikbare motorvermogen doseren bij het wegrijde n, optrekken, tegen een hel- ling oprijden etc.
GEBRUIK EN BE LANGRIJKE RIJ-INFORMATIE 5-3 5 OPMERKING: Wanneer twee v ersnellingen tegelijk wordt teruggeschakeld, mo et in gelijke mate sn el- heid worden geminderd (bijvoorbeeld min- deren tot 35 km/h (22 mi/h) bij terugschakelen van de 5e naar de 3e ver- snelling).
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-IN F ORMATIE 5-4 5 1600 km (1000 mi) en verder De machine kan nu normaal worden ge- bruikt. LET OP: DCA103 10 ● Voer het toerental niet zover op dat de toerenteller in de rode zone wijst. ● Als tijdens de inrijperiode motor - schade optreedt, vraag dan direct een Yamaha dealer de machine te controleren.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINERE REPAR ATIES 6-1 6 DAU17240 De eigenaar is verplicht de optimale veilig- heid te waarborgen. Door periodiek inspec- ties, afstellingen en smee r beurten uit te laten voeren, zorgt u ervoor dat uw machine in zo veilig en effici ë nt mogeli jke conditie blijft.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEIN ERE REPARATIES 6-2 6 DAU177 04 Periodiek smeer- en onder houdsschema OPMERKING: ● De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder- houdsbeurt op kilometerbasis wordt verricht.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINERE REPAR ATIES 6-3 6 8 * Remslangen • Controleer op scheur tjes en beschadigingen. √√√√ √ • V er vangen. Elke 4 jaar 9 * Wielen • Controleer de sp eling en controleer op beschadigingen. √√√√ 10 * Bande n • Controleer op slijtage en beschadigingen.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEIN ERE REPARATIES 6-4 6 DAU186 70 OPMERKING: ● Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een ex treem vochtige of stoffige omgevin g rijdt. 21 Mo torolie • V er versen. • C ontroleer het olieniv eau en controleer de machine op olielekkage.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINERE REPAR ATIES 6-5 6 ● Hydraulisch remsysteem • Controleer regelmatig het remvl oeistofniveau en vul indien nodi g bij. • Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders e n de remklauwen worden verv angen en de remvloei- stof worden ververst.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEIN ERE REPARATIES 6-6 6 DAU187 51 Het framepaneel verwij deren en aanbrengen Bij het uitvoeren van s ommige onder- houdswerkzaamhed en die in dit hoofdstuk worden beschreven, moet het afgeb eelde paneel worden verwijderd. N eem deze pa- ragraaf door telkens wanneer het paneel moet worden verwijderd of aangebracht.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINERE REPAR ATIES 6-7 6 Voordat een bougie wordt aangebracht moet de el ektrodenafstand met een draad- voelmaat worden gemeten; breng indien nodig de elektrodenafstand op s pecificatie. Reinig het oppervlak v an de bougiepakking en het pasvlak en verw ijder eventueel vuil uit de schroefdraad van de bougie .
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEIN ERE REPARATIES 6-8 6 OPMERKING: Het motorolieniveau moet tussen de merk- strepen voor minimum - en maxim umniveau staan. 5. Als de motorolie bij of beneden de merkstreep voor mini mumniveau staat, verwijder d an de olievuldop en vul voldoende olie v an de aanbevolen soort bij tot het correcte niveau.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINERE REPAR ATIES 6-9 6 O PMERKI N G : Zorg dat de o-ring correct aanligt. 6. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon met een oliefiltersleutel en zet hem dan met een mome ntsleutel vast met het voorgeschreven a anhaalmoment. 7.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEIN ERE REPARATIES 6-10 6 10. Zet de motor af, controleer dan het olieniveau en corrigeer indie n nodig. DAU200 70 Koelvloeistof Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau worden gecontroleerd.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINERE REPAR ATIES 6-11 6 6. Vul koelvloeistof of gedestilleerd water bij tot het voorgeschrev en niveau en sluit de reservoirdop. Plaats vervol- gens de brandstoftank i n de oorspron- kelijke positie en breng de bouten aan.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEIN ERE REPARATIES 6-12 6 DAU344 20 Het luchtfiltere lement vervangen Het luchtfilterelement moet worden vervan- gen volgens de intervalperioden ve r meld in het periodieke smeer- en onderhouds sche- ma. Vervang het luchtfilterelement vaker als u in zeer stoffige of vochtige gebieden rijd t.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINERE REPAR ATIES 6-13 6 ● Vergeet niet de tankbeluchtings- slang en de overloopslang w eer in de oorspronkelijke positie te leg- gen.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEIN ERE REPARATIES 6-14 6 DAU213 80 Speling van de gaskabel afstellen De vrije slag van de gaskabel dient 3.0 – 5.0 mm (0.12 – 0.20 in) te bedragen bij de gas- greep. Controleer de vrije slag van de gas- kabel regelmatig e n laat de vrije slag indien nodig afstellen door een Yamah a dealer.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINERE REPAR ATIES 6-15 6 W AARSCHUWING DWA11020 De aanwezigheid van bagage heeft grote invloed op het weggedrag, de rem- en rij- eigenschappen en de veiligheid van uw motor. Neem daarom de volgende voor- zorgsmaatregelen in acht.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEIN ERE REPARATIES 6-16 6 W AARSCHUWING DWA104 70 ● Laat sterk versleten banden door een Yamaha dealer vervangen. Rij- den op een machine met versleten banden is niet alleen verboden, maar dit heeft ook e en averechts ef- fect op de rijstabiliteit, waardoor u de macht over het stuur zou kunnen verliezen.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINERE REPAR ATIES 6-17 6 ● Gebruik bij vervanging uitsluitend het voorgeschreven type banden. Bij andere banden is het risico op een klapband bij zeer hoge rijsnel- heden niet denkbeeldig. ● Gloednieuwe banden bieden op sommige typen wegdek relatief wei- nig grip totdat ze zijn “ ingereden ” .
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEIN ERE REPARATIES 6-18 6 OPMERKING: Als de voorgeschreven vrije slag niet kan worden gehaald op de hierboven beschre- ven wijze, vraag dan een Yamaha dealer het inwendig k oppelingsmechanism e te controleren.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINERE REPAR ATIES 6-19 6 DAU22500 Remblokken achterrem Controleer elk achterremblok op schade en meet de remvoeringdik te. Als een remblok beschadigd is of als de remv oeringdikte minder is dan 1.0 mm (0.04 in), vraag dan een Yamaha deal er de remblokken als set te vervangen.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEIN ERE REPARATIES 6-20 6 kookpunt van de remvloe istof aanzien- lijk verlagen zodat dampbelv orming kan optreden. ● Remvloeistof kan gel akte of kunststof onderdelen aantas ten. Veeg gemorste remvloeistof steeds d irect af.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINERE REPAR ATIES 6-21 6 4. Stel de spanning van de k etting als volgt bij als deze niet correct is . DAU34360 Doorbuiging aandrijfketting bijstellen 1. Draai de wielasm oer los en draai dan de borgmoer los aan beide uiteinden van de achterbrug.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEIN ERE REPARATIES 6-22 6 DAU230 21 Smeren van de aandrijfketting De aandrijfketting moet w orden gereinigd en gesmeerd volgens de intervalperioden zoals voorgeschreven in het periodieke smeer- en onderhouds schema, anders zal de ketting snel slijten, met name in voc htige of stoffige geb ieden.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINERE REPAR ATIES 6-23 6 DAU23110 Controleren en smeren van gasgreep en gaskabel De werking va n de gasgreep hoort vooraf- gaand aan elke rit te worden gecontroleerd. Smeer of vervang ook de gaskab el volgens de intervaltijden gespecificeerd in het perio- diek onderhoudssche ma.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEIN ERE REPARATIES 6-24 6 DAU232 00 Controleren en smeren van zijstandaard De werking van de zijstandaard moet voor- afgaand aan elke rit worden g econtroleerd en het scharnierpunt en de metaal-op-me- taal contactvlakken moeten indien nodig worden gesmeerd.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINERE REPAR ATIES 6-25 6 LET OP: DCA10590 Als schade wordt gevonden of de voor- vork niet soepel beweegt, vraag dan een Yamaha dealer te repareren of te contro- leren. DAU23280 Controle van stuursysteem Losse of versleten balhoofdlagers kunne n gevaarlijk zijn.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEIN ERE REPARATIES 6-26 6 DAU343 70 Accu De accu bevindt zich onder de brandstof- tank. Dit model is uitgerust met een permanent- dichte accu (onderhoudsvrij type) waarvoor geen onderhoud vereist is. De elektrolyt hoeft niet te worden gecontroleerd en er hoeft geen gedistilleerd w ater te worden bij- gevuld.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINERE REPAR ATIES 6-27 6 accu ’ s (onderhoudsvrij type), vraag dan een Yamaha dealer uw ac cu op te laden. DAU32841 Zekeringen vervangen Het hoofdzekeringkastje bevindt zic h onder de bran dstoftank. Het zekeringenk astje bevindt zich ac hter paneel A.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEIN ERE REPARATIES 6-28 6 LET OP: DCA106 40 Gebruik geen zekering met een hoger amp è rage dan is voorgeschreven, om ernstige schade aan het elektrisch sys- teem en mogelijk brandgevaar te vermij- den.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINERE REPAR ATIES 6-29 6 3. Haak de gloeilam phouder los en ver- wijder dan de defecte gloeilamp. W AARSCHUWING DWA10790 Koplampgloeilampen worden zeer heet. Houd daarom brandbare producten uit de buurt van een koplampgloeilamp en raak het lampglas niet aan zolang dit niet is afgekoeld.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEIN ERE REPARATIES 6-30 6 DAU328 21 Gloeilamp in remlic ht/achterlicht vervangen 1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-13.) W AARSCHUWING DWA123 01 Raak de uitlaatsteun niet aan voordat het uitlaatsysteem afgekoeld is. 2. Verwijder de lampfitting (samen met de gloeilam p) door deze linksom te draaien.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINERE REPAR ATIES 6-31 6 DAU24310 Gloeilamp in kentekenverlichti ng vervangen 1. Verwijder de lampee nheid voor kente- kenverlichting door de sch r oeven los te draaien. 2. Verwijder de lampfitting (samen met de gloeilamp) door deze naar bui ten te trekken.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEIN ERE REPARATIES 6-32 6 DAU243 50 Ondersteunen van de motorfiet s Dit model is niet voorzien van een midden- bok, neem daarom d e volgende voorzorgs- maatregelen in acht bij het verwijderen van het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren van ander onderhoud wa arbij de motorfiets rechtop moet staan.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINERE REPAR ATIES 6-33 6 2. Steek de wielas naar binnen. 3. Laat het voorwiel zakken zodat dit op de grond rust. 4. Monteer de remklauw en door de bou- ten aan te brengen. O PMERKI N G : Kijk of er voldoende afstand tussen de rem- blokken is voo r dat de remklauw en over de remschijven w orden gemonteerd.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEIN ERE REPARATIES 6-34 6 OPMERKING: ● Als het verwijdere n van de aandrijfket- ting problemen oplev ert, verwijder dan eerst de wiela s en breng het wiel vol- doende omhoog om de ketting van het achtertandwiel te kunn en halen.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINERE REPAR ATIES 6-35 6 DAU25870 Problemen oplossen Yamaha motorfietsen ondergaan een gron- dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek op transport gaan, ma ar tijdens gebruik kunnen toch storing en optreden.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEIN ERE REPARATIES 6-36 6 DAU259 11 Storingzoekschema ’ s Startproblemen of slechte werking van de motor W AARSCHUWING DWA10840 Houd open vuur uit de buurt en rook ni et terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINERE REPAR ATIES 6-37 6 Oververhitte motor W AARSCHUWING DWA10400 ● Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken.
VERZORGING EN ST ALLING VAN DE MOTORFIE TS 7-1 7 DAU260 40 Verzorging De open constructie van een motorfiets maakt de fraaie techniek beter z ichtbaar, maar de machine is hierdoor ook meer kwetsbaar. Er kan sp rake zijn van roestvo r - ming en corrosi e, ook al zijn hoogw aardige componenten gebruikt.
VERZORGING EN STALLING VAN D E MOTORFIETS 7-2 7 Na normaal gebruik Verwijder vuil met warm water, zachte zeep en een zachte, schone spon s en spoel dan grondig met schoon water. Gebruik een tan- denborstel of een fles senborstel op moeilijk bereikbare plekken .
VERZORGING EN ST ALLING VAN DE MOTORFIE TS 7-3 7 OPMERKING: Vraag een Yamaha deal er om advies over de te gebruiken producten. DAU262 01 Stalling Kort e term ijn Stal uw motorfiets steeds op een koele en droge plek en bescherm indien nodig tegen stof met een luchtdoorlate nde stallinghoes.
VERZORGING EN STALLING VAN D E MOTORFIETS 7-4 7 4. Smeer alle bedieningska bels en scharnierpunten va n alle hendels en pedalen en van de zij standaard/mid- denbok. 5. Controleer de bandspann ing en corri- geer deze indien nodig en breng dan de motorfiets omhoo g, zodat beide wielen los van de grond zijn.
SPECIF ICATIES 8-1 8 Afmetingen: Totale lengte: 2095 mm (82.5 in) Totale br eedte: 755 mm ( 29.7 in) Totale ho ogte: 1085 mm (42.7 in) Zadelh oogte: 795 mm ( 31.3 in) Wielbasis: 1440 mm (56.7 in) Grond speling: 145 mm (5.71 in) Klei nste dr aaicirk el: 2800 mm (110.
SPECI FIC ATIE S 8-2 8 Over breng ingsver houdi ngen: 1e: 37/13 (2. 846) 2e: 37/19 (1. 947) 3e: 28/18 (1. 556) 4e: 32/24 (1. 333) 5e: 25/21 (1. 190) 6e: 26/24 (1.
SPECIF ICATIES 8-3 8 Elektrische installatie: Ontstekingssysteem: Tran sis toro ntst eking (dig itaal) Laadsy steem: Wiss elst room dynamo met pe rmane nte magn eten Acc u: Model : GT12B-4 Voltage, capacite it: 12 V, 10.0 Ah Koplamp: Type gloei lamp: Halogeenl amp Gloeilampen voltage, wattage × aantal: Koplam p: 12 V, 60 W /55.
GEBRUIKERSI NFORMATIE 9-1 9 DAU26351 Identificat ienummers Noteer het sleutelnummer, het voe r tuigi- dentificatienummer en de m odelinforma- tiesticker in onderstaand e r uimtes. Deze nummers heeft u nodig om reserveonder- delen bij een Yamaha dealer te bestell en of wanneer uw machine is ge stolen.
GEBRUIKERSIN F ORMATIE 9-2 9 DAU265 40 Modelinformatiesticker De modelinformatiesticker is onder het za- del bevestigd aan het frame. (Zie pagina 3-13.) Noteer de informatie op deze sticker in het daartoe bestemde vakje. Deze infor- matie is nodig om reserve-onderdelen te bestellen bij een Yamaha dealer.
INDEX A Aandrijfketting, smeren ......................... 6-22 Accu ... ....... ........ ...... ........... ........ ....... .... 6-26 Afstelling remlichtschakelaar . ............... 6-18 Antidiefstal-alarm systeem (optie )............ 3-8 B Banden...
INDEX Vrije slag gaskabel, afstellen ................ 6- 14 Vrijstandcontrolelampje .......................... 3- 4 W Waarschuwingsla mpje motorstoring ....... 3-4 Waarschuwingslampje o lieniveau .......... 3- 4 Wiel (ac hter) ...... ........... .....
A5-yoko_Blank.fm P age 1 Tues day, April 8, 2003 11:43 A M.
A5-yoko_Blank.fm P age 1 Tues day, April 8, 2003 11:43 A M.
GEDRUKT OP KRINGLOOPPAPIER Y AMAHA MO T OR CO . , L TD . PRINTED IN JAPAN 2003.12-0.3 × 2 CR (D) 1B3-28199-D0 FZ6-N HANDLEIDING.
Een belangrijk punt na aankoop van elk apparaat Yamaha FZ6-N (of zelfs voordat je het koopt) is om de handleiding te lezen. Dit moeten wij doen vanwege een paar simpele redenen:
Als u nog geen Yamaha FZ6-N heb gekocht dan nu is een goed moment om kennis te maken met de basisgegevens van het product. Eerst kijk dan naar de eerste pagina\'s van de handleiding, die je hierboven vindt. Je moet daar de belangrijkste technische gegevens Yamaha FZ6-N vinden. Op dit manier kan je controleren of het apparaat aan jouw behoeften voldoet. Op de volgende pagina's van de handleiding Yamaha FZ6-N leer je over alle kenmerken van het product en krijg je informatie over de werking. De informatie die je over Yamaha FZ6-N krijgt, zal je zeker helpen om een besluit over de aankoop te nemen.
In een situatie waarin je al een beziter van Yamaha FZ6-N bent, maar toch heb je de instructies niet gelezen, moet je het doen voor de hierboven beschreven redenen. Je zult dan weten of je goed de alle beschikbare functies heb gebruikt, en of je fouten heb gemaakt die het leven van de Yamaha FZ6-N kunnen verkorten.
Maar de belangrijkste taak van de handleiding is om de gebruiker bij het oplossen van problemen te helpen met Yamaha FZ6-N . Bijna altijd, zal je daar het vinden Troubleshooting met de meest voorkomende storingen en defecten #MANUAl# samen met de instructies over hun opplosinge. Zelfs als je zelf niet kan om het probleem op te lossen, zal de instructie je de weg wijzen naar verdere andere procedure, bijv. door contact met de klantenservice of het dichtstbijzijnde servicecentrum.